Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Het geraamte van het hoeflid bestaat uit twee beenderen van zeer ongelijke grootte: het voorste en grootste, het hoefbeen, is sponsachtig, heeft een scherpen, halfcirkelvormigen onderrand, die de eenigszins uitgeholde ondervlakte van het hoefbeen van voren en aan de zijden begrenst; het achterste, kleinere beentje, dat, evenals het hoefbeen, met de ondervlakte van het kroonbeen verbonden is, heet straalbeen.

Dat het stampblok, waarin gisteren nog de mielies werd gestampt, zijn plaats onder de ketel in de wagentent had gevonden. Dat de broodpan, waarin gisteren avond nog enige beschuit voor de tocht was gebakken, bij de uitgeholde, als bakoven dienstdoende miershoop, niet achtergebleven was. Galant had zijn trekgoed in orde. De andere bedienden waren de ossen reeds gaan vangen om in te spannen.

Het slachten geschiedt dikwijls midden in den stroom; hiertoe wordt de boot voor twee derden met water gevuld, onder den Lamantijn geschoven en vervolgens met een uitgeholde pompoen weer leeg geschept. Van de dikke huid worden strooken gesneden, die voor zweepen en koorden dienen; deze zijn in 't water niet bruikbaar, daar zij hier verrotten zouden.

Over dag ligt hij, evenals andere hem verwante dieren, goed verborgen in het dichte struikgewas of in de door Aardvarkens uitgeholde Termieten-woningen, des nachts zwerft hij rond; soms komt hij met waarlijk erbarmelijke klaagtoonen in de nabijheid van de bivouak-vuren. Zijn voedsel bestaat uit kleine dieren en afval van dierlijke stoffen, vooral echter uit Treksprinkhanen.

Daar tegen over zyn koelbakken: deeze zyn groote vierkante houte kuipen met een platten bodem, waar in men de suiker giet, wanneer ze uit de ketel koomt, om daar in te koelen, eer men ze in de vaten stort: deeze vaten staan, by de koelbakken, op zwaare uitgeholde balken, die de syroop, wanneer ze van de suiker afloopt, opvangen, en door buizen in een vierkante van onderen gegraven bak brengen.

Om zulk een pâl te bereiken, moet men somtijds de uitgeholde bedding van een bergstroom, welks water elk spoor uitwischt, volgen. Natuurlijk laat het gaan in zulk een bedding geen spoor na zich. In het heete jaargetijde loopt men tot aan de enkels, in het koude tot aan de knieën in het water en niets verraadt, dat eenig levend wezen daar gepasseerd is.

Allen, jonge als oude, hebben lippen vuurrood van de sirih, en een pruim achter de kiezen, waar de wang in een scheeven bult over uitstaat; de kalk voor de sirih-pruim dragen zij bij zich in een soort fleschjes, die kleine uitgeholde pompoenen zijn, alleraardigst met een zwarte teekening versierd. Een enkele heeft een dergelijke teekening op de borst getatoueerd.

Wanneer wij nu nog de onbeschaafde volken in een' uitgeholden boomstam de rivieren, ja, soms de zee langs de kust zien bevaren, dan komen we er als vanzelf toe om het er voor te houden, dat de menschen lang vóór Noach of een' der andere genoemde mannen, ook in uitgeholde boomstammen al gevaren hebben, en vóór men werktuigen had, was wellicht slechts een stam met takken en al het eenige vaartuig.

De twintig mannen grepen de vlerken aan, waarmee de uitgeholde boomstam straks op het water zijn evenwicht zou houden. Zij schoven en trokken, met hooge stemmen elkander toeroepend, terwijl zij tot halverwege de knieën voortplonsden door het groenachtig grijze zeeslib. Rondom, hier, daar, ginder, waren menschen en vogels aan het krabben-zoeken.

Theofielke diende als knecht bij een molenaar en Deeske als knecht bij een boer. Zij waren ongeveer van gelijken leeftijd een jaar of veertig maar zeer verschillend van uiterlijk. Theofielke was lang en mager, met uitgeholde borstkas, met hooge, beenderige schouders, schrale, stokkerige beenen en slungelige, doorzakkende knieën.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek