United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij een 3 M. langen Lamantijn, die hij in Carrichana, aan den benedenloop van den Orinoko, ontleedde, merkte hij de volgende bijzonderheden op: De met een zeer fijne huid bekleede bovenlip, die voor het tasten dient, vertoont een hoogst eigenaardige samenstelling.

De eene Lamantijn toonde een bijzondere voorliefde voor het gezelschap van een tammen Zwaan, die zich ook van zijn kant aan den vreemdsoortigen gezel gewend had; hij volgde hem zoo trouw na, dat de geregelde bezoekers van den tuin steeds wisten, waar zij de Sirene moesten zoeken, als zij den Zwaan zagen.

Deze Lamantijn was langzamerhand zoo tam geworden, dat hij dikwijls nader kwam, als men voor hem gras op het water strooide; hij stak dan zijne vreemdsoortige, borstelige lippen boven den waterspiegel en nam het voedsel, dat hem aangeboden werd uit de handen der bezoekers.

Reeds uit de geschriften van reizigers uit vroegere eeuwen blijkt, dat de Lamantijn ook getemd kan worden. Martyr, een reiziger, die in het eerste vierde gedeelte van de 16e eeuw stierf, verhaalt dat een Kazike op het eiland San Domingo een jongen, nog kleinen visch, die Manato heette en in zee gevangen was, in een meer liet brengen en hem dagelijks maïsbrood liet geven.

Het slachten geschiedt dikwijls midden in den stroom; hiertoe wordt de boot voor twee derden met water gevuld, onder den Lamantijn geschoven en vervolgens met een uitgeholde pompoen weer leeg geschept. Van de dikke huid worden strooken gesneden, die voor zweepen en koorden dienen; deze zijn in 't water niet bruikbaar, daar zij hier verrotten zouden.

Deze soort is tot dusver met zekerheid slechts van den bovenloop van den Amazonen-stroom en van den Orinoko bekend. De Lamantijn bewoont de oostkust van Florida, de kusten van de Groote en Kleine Antillen, den Magdalena-stroom en de oostkust van Zuid-Amerika en hare rivieren tot bezuiden de Noordkaap, vooral echter Suriname. Waarschijnlijk is hij de eenige Sirene van den Mexicaanschen zeeboezem.

Kappler heeft zich in Suriname met het temmen van een jongen Lamantijn bezig gehouden; in het jaar 1864 bezat de Oostenrijksche consul te Portorico, Latimer, een paar levende Manaten, en eindelijk vernemen wij door Cunningham, dat men sedert het jaar 1867 twee Manaten in een bassin van den openbaren tuin van Rio de Janeiro gevangen houdt, in gezelschap van verscheidene Kaaimans en een aantal watervogels.

"Des avonds," verhaalt A. Von Humboldt, "kwamen wij den mond van den Caño del Manati voorbij, zoo genoemd wegens het verbazend groot aantal Lamantijnen of Manatis, die ieder jaar hier gevangen worden. In den Orinoko beneden de watervallen, in de Meta en in de Apoera zijn zij zeer veelvuldig." De levenswijze van den Lamantijn is ten naastenbij gelijk aan die van de andere Sirenen.

De tijd waarin de paring plaats heeft, schijnt nog niet bekend te zijn, en zelfs over de geboorte der jongen bestaat er verschil van meening tusschen de berichtgevers. Eenigen zeggen, dat het wijfje twee jongen werpt, terwijl anderen slechts van één enkel jong spreken. De gehechtheid van de moeder aan hare kinderen wordt zeer geroemd. Overal waar de Lamantijn voorkomt, wordt hij met ijver gejaagd.