Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Na deze toebereiding, en als de kop en de pooten er afgesneden zijn, gelijkt het zoozeer op een jong Zwijn, dat men zich er in zou kunnen vergissen. Volgens Kappler springt het dier, wanneer het vervolgd wordt en zijn hol niet kan bereiken, in 't water, waar het onderduikt en zoolang blijft, tot zijn vervolger zich verwijderd heeft; hij vermoedt, dat het onder water verder zwemt.
Volgens Kappler verliest het vleesch de hieraan eigen muscusreuk, als het een nacht over in een oplossing van zout en citroensap blijft liggen. Rengger verzekert, dat gebraden Gordeldieren-vleesch, met Spaansche peper en citroensap toebereid een van de smakelijkste gerechten van de Paraguayaansche keuken is.
In de groote bosschen langs den bovenloop van den Maranon en den Orinoko wordt de meest algemeen verbreide soort van dit geslacht zeer veelvuldig aangetroffen. Deze is de Satan-aap, de Kuxio van de Indianen (Pithecia satanas), een dier van 55 cM. lichaamslengte met een bijna even langen staart. De nagenoeg volkomen ronde kop is gekenmerkt door een soort van muts, die uit niet zeer lange, dicht aanliggende haren bestaat, welk van een gemeenschappelijke kruin aan het hoogste gedeelte van het achterhoofd uitstralen en op het voorste gedeelte van den kop een scheiding vertoonen. De wangen en de kin zijn omgeven door een dikken, zwarten baard. Geen dandy zou baard en haar beter in orde kunnen houden dan dit schoone dier, zegt Kappler. De beharing van het bovenlijf is dicht, maar niet lang, die van de onderzijde daarentegen dun; de staart is zeer ruig. De volwassen mannetjes en wijfjes hebben een zwarte, aan den rug roetkleurig-vaalgele, de jongen een bruinachtig-grijze kleur. Velerlei afwijkingen komen veelvuldig voor. Volgens Kappler wordt dit dier in Guyana Xiu (Schiu) genoemd; het dier is hier niet veelvuldig, leeft in kleine familiën van 4
Hensel en Kappler hebben in lateren tijd soortgelijke ervaringen opgedaan, waaruit ook nog blijkt, dat vele soorten van Bladneuzen bloed zuigen, dat menschen over 't geheel genomen zelden door hen gebeten worden, en dat naar gelang van plaats en tijd de Vleermuizenplaag een zeer verschillenden omvang heeft. Hij is ruim 16 cM. lang en heeft 70 cM. vlucht.
Kappler, die den Rolstaartbeer in Guyana leerde kennen, zegt van hem: "Hij voedt zich uitsluitend met vruchten en wordt bijzonder tam. Ik kreeg van de Indianen een jong dier, dat volkomen vrij rondliep. Niemand wist, waar het zich over dag ophield.
Uit latere onderzoekingen bleek, dat het Reuzen-gordeldier een lichaamslengte van 1 M. en meer bereikt, zonder den ongeveer half zoo langen staart; volgens Kappler kan het 45 KG. zwaar worden. Het voorhoofd en de schedel zijn met zeer onregelmatige beenplaten bedekt. Het schouderpantser bestaat uit tien gordelvormige reeksen van beenplaten, waartusschen dicht bij den achterrand van weerszijden nog een reeks doordringt; de beweeglijke gordels zijn ten getale van 12 of 13 voorhanden; het heuppantser bestaat uit 16
Kappler heeft zich in Suriname met het temmen van een jongen Lamantijn bezig gehouden; in het jaar 1864 bezat de Oostenrijksche consul te Portorico, Latimer, een paar levende Manaten, en eindelijk vernemen wij door Cunningham, dat men sedert het jaar 1867 twee Manaten in een bassin van den openbaren tuin van Rio de Janeiro gevangen houdt, in gezelschap van verscheidene Kaaimans en een aantal watervogels.
Kappler zegt van den Rooden Brulaap in Guyana: "Hij leeft in kleine troepen, die zelden uit meer dan tien individuën bestaan, waarbij zich echter altijd een volwassen mannetje bevindt, dat op de boomen een hoogere zitplaats inneemt dan de anderen; dit dier fungeert als kapelmeester bij het afschuwelijk concert dat de Apen geven.
De wijfjes brengen één jong ter wereld en dragen dit langen tijd op den rug. Kappler bevestigt deze berichten, en voegt er bij, dat deze Aap gemakkelijk getemd kan worden, maar altijd vreesachtig en droefgeestig blijft. De inboorlingen noemen hem Cacajao, Chucuto, Chucuzo en Caruiri. Mono-feo of "leelijke Aap" en Mono-Rabon of "Kortstaart."
Volgens de metingen van Tschudi kan de Tapir wel 2 M. lang en 1.7 M. hoog worden, volgens Kappler bedraagt zijn schouderhoogte bij deze lengte ternauwernood 1 M. Opmerkelijk is het, dat deze maximale afmetingen niet voorkomen bij mannetjes, maar bij wijfjes, en dat deze in den regel de grootste zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek