Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


Fabert, mede kopij tot Metz heb gebragt, en eenige dagen tot Metz bij hem gelogeerd, en alzoo een goed afscheid met hem heb genomen; en ben alstoen den Moezel afgevaren naar Trier, en zoo voort naar Coblens, van daar tot Keulen, en den Rhijnstroom afgevaren tot Arnhem en zoo voort naar Holland.

Bij het aanbreken van den dag was hij reeds bij zijn werklieden, en zelfs 's avonds liep hij rond, de vlijtigen prijzende, de luien berispende. Dikwijls ook staarde hij in de richting van Trier, of daar niets ongewoons te zien was. Met hoopvolle verbazing bemerkte hij, dat zijn tegenpartij volstrekt geen moeite scheen te doen, om de weddenschap te winnen.

Zoodoende had Beieren het hertogdom Zwei-Brücken, Rijn-Beieren en het hertogdom Gülick, zoo hadden Wurtemberg en Baden het prinsdom Montbehard en andere domeinen moeten afstaan. De geestelijke keurvorsten van Maintz, Trier en Keulen hadden zoo goed als niets overgehouden. Ook Hessen, de bisschop van Luik en die van Bazel waren aan den dijk gezet.

De kroniekschrijver Regino, abt van het klooster van den heiligen Martinus bij Trier, overleden in 915, gewaagt in zijn Chroniken van een gevecht, dat heeft plaats gehad tusschen de troepen van graaf Arnulf en de Noormannen bij de Gulia of Geul. Uit de beschrijving blijkt ten duidelijkste hoe ver de Christenen toen ter tijde in krijgstucht en orde bij hunne vijanden achter stonden.

De naijver, die destijds onder de geestelijke en wereldlijke machthebbenden bestond, maakte, dat zich vele naburige ridders als bondgenooten aan hem opdrongen, en vermetel begon de paltsgraaf zijn strijd met de bestorming van de Moezelvesting Trier, die bij de Triersche parochie behoorde. Adalbert von Monstereil, een moedig man, voerde destijds de heerschappij over de bisdommen Trier en Metz.

Alleen in het midden was de doortocht vrij en een voegzame ruimte voor den zetel opengelaten. Nadat de Herauten stilte hadden bevolen, gingen vier hunner naar den hoofdingang om aldaar de Aartsbisschoppen van Keulen en van Trier, die, in plechtgewaad en van een luisterrijken stoet vergezeld, de kerk binnentraden, af te halen en voor den Grafelijken zetel te geleiden.

Hij is van aanzienlijke afkomst, zijn vader schijnt graaf van Leuven te zijn geweest; een neef en naamgenoot van den knaap bezit vijftien graafschappen. Aartsbisschoppen, die van Trier, die van Keulen, leiden zijne opvoeding. De latere keizer OTTO I kiest hem op een tocht naar Italië tot zijn zwaarddrager; onder diens roemrijke leiding wordt hij een bekwaam veldheer.

Bij hunnen inval in Friesland moesten zij het echter ontgelden, want aldaar leden zij de groote nederlaag, in onze Kronijk bedoeld. Intusschen kwam het, wat ons Friesland betrof, met Lodewijk tot een vergelijk. Daarna hadden zij, bij een inval in de Maas, de steden Maastricht, Luik, Tongeren, Keulen, Bonn, Trier, Mentz en andere plaatsen verwoest en de inwoners deerlijk mishandeld.

Ook te midden dier martelingen legde Geraerts eene zoo buitengewone standvastigheid aan den dag, dat zijne beulen hem door den duivel bezeten waanden, eindelijk liet hij zich toch eene bekentenis afpersen; hij verhaalde zijne onderhandelingen met den Jezuïet te Trier, met pater Géry en met den heer van Assonleville, welke wij onzen lezers reeds meegedeeld hebben.

Meester Gerhards oogen dwaalden onrustig rond. "Ik zou wel eens willen weten, met welke helsche kunsten gij dit klaargespeeld hebt." "Zooals ge wilt, Neef! Gij behoeft mij slecht te volgen." Hij vat den meester bij de hand, beneemt hem de zinnen en voert hem door de lucht. Na eenige minuten betreden zij de aarde. Huiverend herkent de meester het Land van Trier.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek