Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
De zonne had in den morgen een lagen mist verscheurd en wapperde tegenwoordig in een blauwen hemel, lijk bij uitkomend lentegetij. Goedele zou naar Romaan gaan. Het hekken viel luidelijk dichte achter haar, en nu tort ze over de straat en hare hielen klonken pleizierig op de koude steenen. Ze voelde zich vrij en keek alles genegen toe, alles liefelijk ontvangend wat zich voordeed.
Ze had een vagen schrik, zonder dees onzeker gevoel te kunnen uitleggen. En toch, algelijk, ze had vertrouwen en ze slurpte met plezierige slokjes de welriekende chocolade op. De oude dame, die ze op den trein gezien had, tort den winkel binnen. Goedele had een dwazen afkeer en werd onpasselijk precies.
Van tallenkant rees de plechtigheid der schemering, alles omvattend in zoetig gewaad, voordeelig voor de droomende stilten.... Er werd gescheld aan 't voorhekken, en binst dat Albien zijn speelgoed wegdook in de dooze, tort Sebastiaan de kamer binnen. Het was zijn ure. Hij was altijd heel stipt.
Ze was uit de klaarte gekomen, uit het wijde dal, dat zonder leven wegdeemsterde, en ze tort nu in het zwarte bosch, zich veilig voelend, heel lijze, aan Johannes' arm. Ze spraken weinig. De plechtigheid van deze eenzame donkerte drong binnen hunne ziel en ze wisten dat geen woord tegenwoordig welsprekend kon zijn.
't Was haar alsof ze midden puinen stond en allentwege om haar kwam de wijde droefenis, die nievers een ende zou krijgen. Langzaam keerde ze zich omme en tort, schokkend bij elken stap, naar de deur. Ze hoorde in 't gezoef, dat haar hoofd vulde, nog Johannes' gebroken stemme: Goedele!... Goedele!...
Maar, bij de deure, bedacht zij zich en tort niet verder. Wie is die mijnheer Johannes? Tante Olympe werd seffens praterig en lei uit hoe deze vriend van Romaan, een rijke kunstschilder, op een avond in huis gekomen was en hoe hij sindsdien wekelijks kwam en hen allen zeer genegen was. Een brave ziele, juffrouw Goedele. Hij heeft de beeltenisse van 't kindeken gemaakt, op min dan drij dagen.
"Les grands états auraient tort de mépriser les avertissements qu'ils reçoivent des petits pays: il appartient quelquefois aux petits de donner de grands exemples."
Haar stevig aangezicht rees bleek op uit de gapende donkerte, en 't licht kletste open op haar voorhoofd. Ze tort naar voren. Hoe dof ook hare stappen smoorden over het dichte tapijtsel, toch voelde meteen Goedele hare aanwezigheid. Ze sidderde en haar asem bleef hangen in hare keel. Hare vroegere vreezen bevingen haar op een nieuw en verlamden hare spieren.
Wel ... moeder.... En Ursule jammerde verder, al voelde ze dat ze hare dochter maar niet taken kon, niet vatten met iets. Wantrouwig meende ze nu dat Goedele verdoken geheimen had, verdoken inzichten. Ze folterde haren geest met nieuwe oolijkheid, aldoor tuk op versche subtiliteiten. En Goedele bleef sprakeloos. Rik tort binnen. Hij zei: 'k Hebbe ze op strate gegooid.
Op de brug was al meer moedeloos haar gang en ze tort langzaam, swijlens starende naar 't water van weerskanten. Het water was bij plaatsen dichtgevrozen, maar om de schepen, die lui en diepe lagen, allemaal bijeen langs de dokken, klotsten de vrije golfjes overhand.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek