Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 mei 2025


Toen hij, in zijn eigen hoek terug was en op den gong wachtte, keerde Pat zich naar Stubener. "Waarom is hij boos op mij?" vroeg hij. "Hij is niet boos," antwoordde Stubener. "Zoo doet hij altijd; hij probeert je bang te maken. Dat is een mondgevecht." "'t Is geen bokser," vond Pat en Stubener merkte met een snellen blik op, dat zijne oogen even zacht blauw waren als gewoonlijk.

Hij was twee jaar geleden in Deer Lick geweest. Oude Pat had er zich in geen vijf jaar vertoond. Hij kocht in de store wat hij noodig had en betaalde altijd met een chèque en hij was een vreemde oude man met wit haar. Dat was alles wat de store-houder wist, maar de lui in Alpine zouden Sam wel verder inlichten. Het zag er goed uit, vond Stubener.

Maar de praatzucht van den ouden dag was over ouden Pat gekomen en het duurde lang eer hij Stubener vrij liet zijn oogen dicht te doen. "Hij kan een hert op zijn eigen beenen voorbijloopen," begon hij opnieuw. "'t Jagers-leven is de prachtigste oefening voor de longen. Hij kent niet veel anders, ofschoon hij nu en dan een paar boeken heeft gelezen en zoo'n beetje verzen.

Waar is Jim Hanford?" Stubener floot. "Een eerste kampioen als hij, zou je niet aankijken," antwoordde hij. "Ga eerst naam maken," zou hij zeggen. "Ik kan hem kloppen." "Maar dat weet het publiek niet. Als je hem klopte zou je wereldkampioen zijn en niemand werd kampioen in zijn eersten strijd. "Ik wèl." "Maar het publiek weet dat niet, Pat. Ze zouden niet naar je komen kijken.

Zijn naam als manager stond er bij op het spel, dat de jonge man een goed figuur zou maken en hij ontstelde, toen hij zag hoe Pat, die vijf minuten stilletjes in een hoek zat, zijn gezonden kleur verloor, terwijl zijn wangen ziekelijk geel-bleek werden. "Moed houden jongen," zeide Stubener, hem op den schouder kloppend.

Stubener had besloten, dat jonge Pat zijn debuut zou hebben in niets minder dan een ernstige match, en door het prestige van zijn eigen naam kreeg hij het ten laatste gedaan. Na lang aarzelen stemde de "Missionclub" er in toe dat Pat Glendon vijftien ronden zou boksen met Rough-House Kelly voor een beurs van één honderd dollars.

Tevergeefs zocht zij naar kenmerken van een beestmensch. En tevergeefs trachtte zij contact met hem te krijgen. Ten eerste wist zij te weinig van prijsgevechten en den ring en zoodra zij haar lood uitgooide, werd het door Stubener, die klaar stond met inlichtingen, opgepikt.

Glendon's secondanten kwamen naar hem toe om hem geluk te wenschen en zijn handschoenen uit te trekken. Maar Stubener was hen vóór. Zijn gezicht straalde, terwijl hij Glendon's rechterhandschoen in zijn beide handen nam met den uitroep: "Beste jongen, Pat! Ik wist wel, dat je 't doen zoudt." Glendon trok zijn handschoen weg.

't Werd tijd dat zij uitkwamen tegen dezen jongen beginner, die plotseling getoond had een bokser te zijn waarmede te rekenen viel. Waar was zijn manager, dat hij geen uitdagingen publiceerde? Toen was hij in één dag beroemd; want Stubener onthulde het geheim, dat zijn beschermeling niemand anders was dan de zoon van Pat Glendon, Oude Pat, den vroegeren held van den ring.

Jonge Pat speelde met hem en waar hij vastgreep, deed hij Stubener zich voelen als een baby; hij raakte hem schijnbaar steeds waar hij wilde, blokte en stootte met meesterlijke nauwkeurigheid, terwijl hij nauwelijks op het bestaan van den ander scheen te letten. Den halven tijd scheen jonge Pat door te brengen met op een droomerige manier naar buiten naar het landschap te staren.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek