Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Als ik eens een boek las of een verhaaltje, dan heb ik meestal opgelet dat de schrijvers net deden als de meeste menschen, namelijk dat ze met een weerpraatje begonnen. 'T is: óf een zoete, geurige zomermorgen, óf een regenachtige najaarsavond, maar 't allermeest een koude stikdonkere winternacht.
Nauwlijks had het meisje dit gezegd, of de jongen riep haar toe: "Neen, jelui moet niet probeeren in de herberg te komen. Dat is heelemaal onmogelijk. Maar in die boerderij daar hebben ze geen gasten. Daar moet jelui heengaan." De meisjes hoorden de woorden duidelijk, maar ze konden niet zien, wie ze zeide. Maar daar waren ze niet verbaasd over, want het was immers stikdonkere nacht.
De door den wind gezweepte golven omgeven hem met haar verschrikking, de diepte trekt hem aan, het schuimend water spat hem om 't hoofd, en spuwt hem in 't aangezicht; de eene baar na de andere overstelpt hem; telkens zinkt hij en ziet onduidelijk stikdonkere afgronden onder zich; onbekende afgrijselijke zeeplanten vatten hem, omstrikken zijn voeten, trekken hem tot zich; hij voelt dat hij tot den afgrond behoort, dat hij een gedeelte van het schuim vormt, de golven werpen hem elkander toe; hij zwelgt het zilte water in, de laaghartige oceaan wil hem met geweld verdrinken, de onmetelijkheid speelt met zijn doodsangst.
"Men heeft er dien naam aan gegeven, omdat hij zoo diep en smal is, dat het licht der zon er nooit in doordringen kan, en het in zijn diepte altijd, zelfs op klaarlichten dag, stikdonkere nacht is. Vandaar de benaming Nacht-canon. Men rijdt daar, omstreeks den middagtijd, in een vrij donker schemerduister. En .... kijkt eens, daarbeneden!"
Een van mijne kennissen kreeg een Kerkuil, die ongeveer acht dagen geleden gevangen was; hij bracht hem in een stikdonkere kamer en ging spoedig heen om licht te halen. Hoewel hij nauwelijks een minuut wegbleef, zag hij tot zijn groote ergernis bij zijn terugkomst den Uil bezig met het verslinden van een Zwartkop, dien hij van zijn zitplaats achter de kachel weggehaald had.
Veel erger dan een heiden zoudt ge er aan toe zijn. Stikdonkere nacht en duisternis zou zich om u saampersen. En in die duisternis zoudt ge zonder éen straal van vriendelijk, Goddelijk licht, uzelven voelen als de prooi van een u onbekende macht, die u omklemd hield; en zonder iets van uw God te weten, zoudt ge in bittere, satanische vijandschap worstelen tegen uw God in.
De groote mast brak; een golf sloeg een der planken in; de pompen brachten geen hulp meer, het was een stikdonkere nacht; het schip zonk, maar op het laatste oogenblik schreef de jonge stuurman nog op een stukje papier: «In Christus' naam!
De kolonisten waren uitgeput van vermoeienis. De marsch was lang geweest en het voorgevallene met den ballon had hun armen en beenen niet minder afgemat. Zij verlangden dus om weder in het Rotshuis te zijn om daar wat te eten en te slapen, en zoo zij eene brug hadden, zouden zij binnen het kwartier in hun woonplaats wedergekeerd zijn. Het was een stikdonkere nacht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek