Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
Misschien heeft uw bediende de andere invitaties vergeten te ... te ... te doen, zeî meneer Ster, die juist naast mevrouw van Borselen stond, verlegen, daar zij geen van beiden een woord spraken. Maar, meneer Ster, andwoordde Mathilde, u schijnt geen groote gedachte van ons dienstpersoneel te hebben. Frits heeft de briefjes rond gebracht nietwaar Jô?
O, hoe schoon, zei Selam, 't is een der onsterfelijken uit het paradijs, en hij zag vol bewondering op naar de schoone maagd, die hem naderde en hem verblindde door haren glans. Maar zie, wat is dat? Eene andere ster, en weder eene, en immer meer begonnen zich los te maken van het firmament; zij veranderden allen zachtjes aan en naderden den slapenden, droomenden gids.
Mathilde at bijna niet; de boel was al weêr wechgenomen, toen zij nog aan Ster zat te denken, hoe hij daar geweest was, sprekend van Jozef uit zijn dikke gezicht, hoe er nu een vragende leêgte was boven de stoel, waar zijn romp op gestaan had, en hoe hij zich bewogen had, wech, wech, in de kleuren.
Met een ernstig gelaat was Javert een dog; glimlachend was hij een tijger. Overigens was zijn schedel laag, zijn kaken waren breed; zijn haar bedekte het voorhoofd en hing op de wenkbrauwen; tusschen de oogen lag voortdurend een rimpel, als een onheilspellende ster; zijn blik was somber, zijn mond dichtgenepen en vreeselijk, zijn geheel voorkomen gaf woeste zucht om te bevelen te kennen.
De Kerstlichtjes stegen al hooger en hooger: zij zag ze nu als sterren aan den hemel; een daarvan viel naar beneden en vormde een lange, vurige streek. «Nu sterft er iemand!» dacht het kleine meisje; want haar oude grootmoeder, de eenige, die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt.
God is met ons! riepen zij herhaaldelijk, totdat ten laatste de ster zich verhief en stil bleef staan boven een afdak, gebouwd tegen de helling van een heuvel in de nabijheid der stad. Het was de derde nachtwake. De bergtoppen in het oosten werden reeds flauw verlicht door de opgaande zon; maar in de vallei heerschte nog nachtelijk donker.
De zilveren maan had de taak der dagvorstin overgenomen en bescheen hunnen weg, toen eensklaps in de lucht vóór hen, ongeveer ter hoogte van een heuveltop, een schitterend licht verscheen, dat zich samentrok tot een stralend punt. Hunne harten klopten hoorbaar, en tot in het diepst der ziel ontroerd, riepen zij als uit éénen mond: De ster! de ster! God is met ons!
De dienaar ging, maar kwam weldra terug, en bood ieder der bezoekers knielende een prachtig overkleed en een gouden gordel aan, welke geschenken zij met Oostersche plichtplegingen aanvaardden. Nog een woord, zeide Herodes, gij hebt gezegd dat gij een ster in het Oosten hebt gezien. Ja, antwoordde Balthasar, zijne ster, de ster van den jonggeborene. Wanneer ongeveer?
«Ja, onschuldig is zij,» zei de oudste broeder, en nu vertelde hij alles, wat er gebeurd was. En terwijl hij sprak, verspreidde zich een geur, als van millioenen rozen, want ieder stuk brandhout van den brandstapel had wortelen geschoten en kreeg takken; er stond daar een geurende heg, hoog en groot, met roode rozen; bovenaan prijkte een bloem, wit en schitterend; deze fonkelde als een ster.
Deze verwarring, die zijn wil en rede in beroering bracht, en waaruit hij een gevolgtrekking poogde af te leiden en een besluit, leverde hem niets dan angst op. Zijn hoofd gloeide. Hij trad aan het raam en zette het wijd open. Geen ster flikkerde aan den hemel. Hij ging weder aan de tafel zitten. Alzoo verstreek het eerste uur.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek