Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


»Als gij schrijfgereedschap noodig hebt.... in den hoek bij het raam staat eene elegante schrijftafel, die Claudine van den heer Steinhausen cadeau heeft gekregen."

Zij ontwaarde als door een nevel heen een heer, die voor haar stond te buigen, terwijl hij sprak: »Madame Steinhausen, si je ne me trompe pas? Madame! j' ai bien l' honneur...." Neen! dat was niet de stem van Frits, hoe vol en welluidend zij ook klonk!

»Zooals een rijk man leven moet," viel Verburg in, »dat spreekt vanzelf; maar wat zal ik suffe, afgeleefde man anders zijn dan eene hindernis in zoo'n drukke, woelige huishouding als de uwe zal zijn. Ik zie het bij Steinhausen wat het te beteekenen heeft in Amsterdam op een voornamen voet te leven." »Maar ik denk er volstrekt niet aan om te Amsterdam te gaan wonen.

Wat Claudine betreft, zij wist doorgaans vooruit wat zij bij de diners van Steinhausen zou vinden; eenige afleiding, eenige afwisseling van het dagelijksch leven, meer niet, maar iets dat het hart raakte, dat tot gemoed of verbeelding sprak, dat den geest prikkelde en scherpte, dat den smaak vormen kon, wachtte zij er niet en had zij er ook nooit gevonden, zelfs dan niet als er celebriteiten gefêteerd werden, daar zij dan gewoonlijk zoozeer op den achtergrond werd geplaatst, dat de stralen, die het doorluchtig gestarnte uitschoot, niet tot haar doordrongen.

Vooreerst zal het den zestigjarigen Steinhausen wel niet in 't hoofd komen om nog te trouwen, ik heb nooit eenig kenteeken bij hem waargenomen van zulk een voornemen." »Wie zoo'n plannetje heeft op zijn leeftijd, verkondigt het niet vooraf op de daken, maar verrast er de lieden mee, uit vrees dat hij er anders geen bon op zou krijgen.

Zooals de schilder voorspeld had, scheen de heer Steinhausen zich volstrekt niet te vergissen in de persoonlijkheid van Frits Millioen, hetgeen ook niet te verwonderen was, daar hij met graaf Peterhoff van de beurs kwam, aan wien Frits zich haastte professor Roestink voor te stellen.

»En ik verzeker u," ging Steinhausen voort, zonder die ironie op te vatten, »dat lieden, minder vreemdeling dan gij in Haagsche toestanden, en beter gevestigd in de publieke opinie dan gij nieuw aangekomene het nog zijn kunt, het niet beneden zich hebben geacht, om wel niet juist tot deze gemeenschap toe te treden, maar toch eenige concessies te doen aan influencies, die schaden kunnen of dienen, al naar dat men het met hen opneemt."

Wij hebben zoo weinig behoeften.... mijne dochter vooral, en zij is zoo spaarzaam in alles, dat wij niet slechts rondkomen, maar.... overhouden, zooals gij van Steinhausen hooren zult, die het overschot voor ons belegt."

»Dus hun werk gezien en uwe opinie daarover gezegd?" vroeg Steinhausen met wat nadruk. »Zeker! in alle oprechtheid; dat is immers geoorloofd onder kunstgenooten?" »Zij beweren dit althans, maar toch.... onder zeker voorbehoud; men moet van dat recht geen gebruik maken dan om het te prijzen." »Ik kan die verdenking niet op hen laten rusten.

»En wil ik u eens wat zeggen, mijnheer Frits Millioen!" viel Steinhausen in, »gij hebt daar niet wijs in gehandeld. Ik meen te begrijpen welk bentgenootschap gij bedoelt. Ik weet dat het werkelijk zijne vertakkingen heeft tot in het paleis toe." »Het Haagsche Hof zich fier betoont, Om al den luister die het kroont," reciteerde Roestink halfluid met smartelijke bitterheid.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek