Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
»Waarom heb je hem dan niet bij zijn kraag gepakt?« vraagt Spyers. »Ik was zoo geschrokken, dat je een tandenstoker door mijn schedel had kunnen boren,« zei de arme man, »maar we krijgen hem zeker te pakken, want gisteravond, tusschen tien en elf uur, kwam hij weer voorbij.« Toen Spyers dit hoorde, stopte hij wat schoon linnen en een kam in zijn zak, voor 't geval hij een paar dagen zou moeten blijven; hij ging op weg en zette zich vóór één van de herbergramen met het roode gordijntje met zijn hoed op, om bij den minsten wenk naar buiten te kunnen stormen.
O, goeie Spyers, waar is de schurk?« »Kom,« zei Spyers, terwijl hij hem een snuifje presenteerde, »schei uit met die nonsens! Je hebt 't zelf gedaan.« En dat was zoo, en hij had er aardig wat geld mee gemaakt erbij en niemand zou 't ooit uitgevonden hebben, als hij niet zoo mal bezorgd was geweest om den schijn op te houden; zoo is 't,« zei Mr.
Spyers verliest hem een oogenblik uit het oog, als hij een hoek omslaat; vliegt hem na; ziet een troepje menschen staan; dringt er zich tusschen. »Wie is de man?« »Verd....!« zegt Chickweed, »ik heb hem weer uit 't oog verloren!« 't Was een wonderlijk toeval, maar hij was nergens meer te zien, dus gingen ze terug naar de herberg.
Laat in den avond zat hij daar zijn pijp te rooken, toen Chickweed plotseling begon te brullen: »Daar is hij! Houd den dief! Moord!« Jem Spyers vliegt naar buiten en daar ziet hij Chickweed, die al schreeuwend de straat uitholt. Weg holt Spyers; Chickweed gaat voort; het volk loopt om hen heen; iedereen schreeuwt: »Dieven!« en Chickweed zelf schreeuwt aldoor als een dolle mee.
Dit gebeurde nog één of twee keer, tot de ééne helft van de buren tot de conclusie kwam, dat Mr. Chickweed bestolen was door den duivel, die nu nog zijn spel met hem speelde, en de andere helft, dat die arme Chickweed gek van verdriet was geworden.« »En wat zei Jem Spyers?« vroeg de dokter, die kort na het begin van 't verhaal weer in de kamer was gekomen.
Den volgenden morgen nam Spyers zijn plaats weer in en keek van achter het gordijntje uit naar een langen man met een zwarte pleister op zijn oog, tot zijn eigen oogen er pijn van deden.
Chickweed meegaan en hem helpen, den man te arresteeren, die hem bestolen had. »Spyers,« zeide Chickweed, »ik heb hem gisterenmorgen voorbij mijn huis zien komen.«
»Jem Spyers,« antwoordde de hoofdagent, »zei een heelen tijd niets en luisterde naar alles, zonder dat hij 't liet merken, wat aantoonde, dat hij zijn zaakjes verstond. Maar op een morgen kwam hij de herberg binnen, haalde zijn snuifdoos te voorschijn en zei: »Chickweed, ik heb ontdekt wie de diefstal gepleegd heeft.« »O goeie Spyers, laat me mijn wraak hebben, en ik zal rustig sterven!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek