Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Toen Tehuti-nekht den boer, met zijn beladen ezels, naderen zag, begeerde zijn boos hart de dieren en de waren, welke zij droegen, te bezitten en hij riep de hulp der goden in, om hem een weg te openen, de bezittingen van den sekhti te stelen. Het volgende listige plan bedacht hij thans. "Ik zal een doek nemen, aldus redeneerde hij bij zichzelf en dezen op het pad uitspreiden.
De rentmeester willigde het verzoek van den smeekeling in en zond hem iemand uit zijn gevolg. Den bode vertelde de sekhti alles, wat op zijn reis had plaats gevonden, de wijze, waarop Tehuti-nekht het pad afgesloten had, om hem te dwingen, door het koren te gaan en de wreede wijze, waarop hij hem geslagen en zijn eigendom afgenomen had.
Doch neen, de sekhti kwam een vierde, vijfde en zesde maal en poogde, door aangename toespraken, de ooren van den rechter te openen. Meruitensa luisterde in 't geheel niet naar hem, doch de sekhti wanhoopte niet, doch kwam nog eens voor den negenden keer.
Toen hij aankwam vond hij, dat deze zich gereedmaakte, zich in te schepen in zijn schip, dat hem naar de rechtszaal brengen zou. De sekhti maakte een diepe buiging en vertelde den rentmeester, dat hij hem een grief voor te leggen had en verzocht, één van zijn gevolg te zenden, om dien het verhaal mede te deelen.
Een dienaar nam, op Tehuti-nekht's verzoek, een doek, en spreidde dezen over het pad, zoodat het ééne einde daarvan in het water en het andere in het koren hing. Toen de sekhti naderbij kwam, dreef hij zijn ezels over den doek, immers, hij had geen andere keus. "Houd op, riep Tehuti-nekht met goed geveinsde woede, je bent toch niet van plan, je dieren over mijn doek te drijven?"
Tehuti-nekht beval hem, zich stil te houden en dreigde, hem naar den Demon der Stilte te zenden, indien hij met klagen voortging. Desniettemin verzocht de sekhti hem een dag uitstel. Tenslotte zag hij in, dat hij zijn tijd verspilde en nam zijn toevlucht tot Henen-ni-sut en legde den rentmeester Meruitensa zijn zaak bloot.
Hij liet den boer een dagelijksche portie brood en bier geven en aan diens vrouw voldoende koren, om haar en haar kinderen te voeden. De sekhti echter wist niet, van wien het voedsel kwam.
Hij zal deze misdaad van jou niet dulden". "Denk je, dat hij naar jouw klachten zal luisteren", snauwde Tehuti-nekht. "Wie zal op jouw ongeluk, arm als je bent, letten? Kijk, ik ben de rentmeester" en terwijl hij dit zeide, sloeg hij den sekhti hevig, nam al zijn ezels en dreef dezen de weide in. Tevergeefs weende de sekhti en smeekte hem, zijn eigendom terug te geven.
De sekhti was zeer welsprekend en in zijn gloeiende toespraak verbond hij op behendige wijze zijn lofuitingen met zijn pleit voor rechtvaardigheid, zoodat de rentmeester vanzelf belangstellend en gevleid werd. In dien tijd zat koning Nep-ka-n-ra op den Egyptischen troon; tot hem kwam de rentmeester Meruitensa en sprak: "Heer, zie, ik ben door een sekhti, wiens goed men gestolen heeft, bezocht.
De rentmeester zei echter niets en de sekhti zelf kwam bij hem en prees hem als den grootsten onder de grooten, den vader der weezen, den echtgenoot der weduwen, den gids van de behoeftigen en zoo voorts.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek