Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Iederen keer bijna rustten ze uit in een kleine wei, aan wier linkerkant Deauville lag, Hâvre rechts, en die uitzag op de volle zee. Ze schitterde in de zon, lag effen als een spiegel, zóó kalm dat men nauwelijks haar ruischen hoorde; musschen piepten ergens, en het wijde hemelgewelf overdekte dit alles.

"Die Mevrouw heeft toch een prachtig gezicht!" zeide de vrouw aan de bron, als Kaja glimlachend en groetend voorbij kwam met haar hoed aan den arm schommelend, terwijl haar roodgulden haar in de zon schitterde.

De zon bescheen hem door de takken der boomen. Hij liep naar het water toe en ging in een kleine boot, die daar lag, zitten; deze was rood en wit geverfd, het zeil schitterde als zilver, en zes zwanen, alle met gouden kroontjes en een fonkelende blauwe ster op den kop, trokken de boot voorbij het groene bosch, waar de boomen van roovers en heksen en de bloemen van de liefelijke kleine elfen, en van datgene, wat de kapelletjes haar gezegd hadden, vertelden.

Gek ding, die Kandelaar, beaâmde Cecilianus en zij liepen den weg af. Kijk, wees Cecilius. De Palatinus! Mooi! bewonderde Cecilianus. Het Flavische Paleis schitterde tegen de blauwe lucht. De zware zuilen verluchtigden glinstergreinig in het reeds van lentezoelte trillende licht, daar boven op den paleisheuvel.

De verstrooide vloot kon zich weer aaneensluiten; de ontredderde schepen vonden een haven, en in goeden staat teruggebracht, konden ze weer zee kiezen en hun zwerftocht vervolgen. ... Op een lentedag verscheen vóór Messina een vaartuig, welks onbekende vlag in het licht schitterde.

Op de rotsen van lichtrood zandsteen, die er om heen lagen, schitterde goudgele brem en groeiden en bloeiden weelderig de wilde aarbeiplantjes, terwijl telkens weer langs den weg groote ruikers primula's zich vroolijk lieten zien naast breede streepen boschviooltjes of vergeet-mij-nieten, een enkel maal in de buurt van ooievaarsbek en speenkruid.

Wat de doorbrekende dag had aangekondigd, werd vervuld. De zon schitterde aan den wolkeloozen hemel en hare zwakke stralen werden weerkaatst door de vlekkelooze sneeuw. Het bosch, den vorigen dag zoo treurig en somber, schitterde thans van een glans, die de oogen verblindde.

In den namiddag van den derden dag ontdekte ik een man in de verte, die de sowar bleek te zijn, en in minder dan vijf minuten draafde ik in de richting van Mesjed, terwijl Joessoef in het rijtuig volgde. Vóór ons schitterde op vele mijlen afstands de prachtige vergulde koepel als een vuurzee in de stralen van de ondergaande zon. Een nieuwsgierige menigte wachtte ons af op de pleinen der stad.

"Dat is de wind niet, dat is het spook!" mompelde de soldaat, als ten antwoord op den handdruk van zijn metgezel. "Aij! aij!" klonk het door de lucht, boven het gedruisch van den regen uit. De wind kon met zijn gegier die zoete klaagtoon vol droefenis niet overstemmen. Er schitterde weer een bliksemstraal van een verblindende helderheid. "Nee, 't is het spook niet!" riep de distinguido.

Als de zon juist was ondergegaan, stapelden de wolken zich daar zóó opeen, dat ze den ingang van eene grot schenen te vormen en in de diepte van die grot schitterde het dan van zachtrood licht. Dat was wat Johannes verlangde. Kon ik daarin vliegen! dacht hij dan. Wat zou daar wel achter zijn? Zou ik daar eenmaal, eenmaal kunnen komen ...

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek