United States or Cabo Verde ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het past beter voor uwe inborst met geweld gevrijd te worden, dan met smeekende woorden en hoffelijke taal." "Hoffelijke taal," hernam Rowena, "gebruikt om eene lage daad te verbergen, is niets dan een riddergordel om het lichaam van een lagen boer.

Zeg dit aan uw gemaal, zoo hij naar het lot van haar vraagt, wier leven hij gered heeft!" Er was eene onwillekeurige aandoening in Rebekka's stem en eene teederheid van uitdrukking, welke misschien meer verried, dan zij gaarne zou te kennen gegeven hebben. Zij haastte zich om Rowena vaarwel te zeggen. "Vaarwel!" zei ze.

Verontrust door deze gedachten, kon hij niets anders doen, dan de ongelukkige Rowena bidden zich te troosten, en haar verzekeren, dat ze vooralsnog geene reden had tot de vlaag van wanhoop, waaraan zij zich overgaf.

"Is er ook eene dame met hen op het feest geweest?" vroeg Wilfrid. "Jonkvrouw Rowena," antwoordde Rebekka, den naam vermeldende, dien hij verzwegen had, "Jonkvrouw Rowena, is niet naar des Prinsen feest geweest, en, zooals de huishofmeester ons gezegd heeft, is zij thans op de terugreis naar Rotherwood met haar voogd Cedric. En wat uw getrouwen schildknaap Gurth "

"Heer ridder," antwoordde Rowena, "in ondernemingen, als de uwe, ligt de ware schande, niet in overwonnen te zijn, maar in de overwinning."

"Ook betreft onze overeenkomst dezen ellendigen nar niet, dien ik terughoud, om hem tot voorbeeld te doen strekken voor iederen schelm, die uit scherts ernst wil maken," zei Front-de-Boeuf. "Jonkvrouw Rowena," antwoordde Athelstane, met een onverschrokken gelaat, "is mijne verloofde bruid. Ik zal mij eerder door wilde paarden vaneen laten scheuren, dan er in toestemmen van haar te scheiden.

"Moge Hij, die Jood en Christen geschapen heeft, zijne uitgelezenste zegeningen op u uitstorten! De boot, die ons van hier brengen moet, zal onder zeil zijn, eer wij de haven bereiken kunnen!" Zij verdween uit het vertrek, en liet Rowena verbaasd staan, alsof hetgeen zij gezien had eene geestverschijning geweest ware.

Toen Rowena haar paard naar Locksley's zitplaats wendde, stonden de dappere schutter en al zijne onderhoorigen met natuurlijke, ongemaakte hoffelijkheid op, om haar te begroeten.

"Ik ware onwaardig een Christen genoemd te worden, zoo dat het geval was," hernam Athelstane; "handel met die ongeloovigen, naar verkiezing." "Evenmin is Jonkvrouw Rowena onder dit losgeld begrepen," zei De Bracy. "Men zal nooit zeggen, dat men mij mijnen schoonen buit, zonder slag of stoot, ontnomen heeft."

"En ik," zei de Tempelier, zijn beker met Wassail vullende, "ik breng dezen dronk aan de schoone Rowena; want sedert haar naamgenoot, lang geleden, dit gebruik in Engeland invoerde, is er nooit iemand deze eer waardiger geweest dan zij.