Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 oktober 2025
"Ik wed tegen ieder, die maar wil, twintig duizend pond, dat ik de wereld zal rondreizen in tachtig dagen, dat is duizend negen honderd twintig uren of honderd vijftien duizend twee honderd minuten. Neemt gij het aan?" "Wij nemen het aan!" antwoordden de heeren Stuart, Fallentin, Sullivan, Flanagan en Ralph, na het met elkander eens te zijn geworden. "Goed," zeide Fogg.
Te verwonderen was het dus niet, dat ook de leden der Reform-club hetzelfde onderwerp behandelden, vooral niet, omdat een van de onderdirecteuren der bank zich onder hen bevond. De heer Gauthier Ralph twijfelde niet aan den goeden uitslag van het onderzoek en was van oordeel, dat de uitgeloofde premie in hooge mate strekken moest om den ijver en het doorzicht van de politie te versterken.
Hij is reeds half besloten van haar af te zien, maar is verstandig genoeg om naar Londen te komen en zelf inlichtingen in te winnen. Weldra is het misverstand opgehelderd en Ralph ontmaskerd. Het gelukkig paar schenkt hem echter vergiffenis; hij wordt ten slotte zelfs op het bruiloftsmaal genoodigd en mag deelen in de algemeene vreugde.
Weldra verscheen nu, omstreeks het jaar 1540, het eerste Engelsche echte blijspel ten tooneele, namelijk Ralph Roister Doister, van Nich. Udall, dat door den schrijver in den proloog een comedie of interlude genoemd wordt, maar in vijf bedrijven en verder in tooneelen verdeeld is. De gang van het stuk is zeer eenvoudig.
Als een bijzonderheid er uit zij nog vermeld, dat Ralph aan Custanze een brief zendt, die aanvankelijk met verkeerde zinscheidingen gelezen wordt en dan juist het tegendeel zegt van wat bedoeld is, een kunstje, ook door Shakespeare niet versmaad in zijn "Midzomernachtdroom", V. 1. 108. De schrijver, Nich.
"Dertien minuten over half negen," zeide Thomas Flanagan, de kaarten coupeerende, die Gauthier Ralph hem toeschoof. Daarop volgde een oogenblik stilte. In de groote zaal der club hoorde men geen geluid. Maar buiten klonk het geraas der menigte, die somtijds luide kreten uitte. De slinger van de klok gaf elke seconde aan. Ieder speler telde onwillekeurig de slingeringen.
Dien avond waren de vijf partners van den gentleman sedert zeven uur in de groote zaal van de Reform-club bijeen. De twee bankiers, John Sullivan en Samuel Fallentin, de ingenieur Andrew Stuart, Gauthier Ralph, administrateur der Bank, de brouwer Thomas Flanagan, allen zagen zijne komst met belangstelling tegemoet.
Dit waren Phileas Fogg's gewone medespelers in het whistspel: de ingenieur Andrew Stuart, de bankiers John Sullivan en Samuel Fallentin, de brouwer Thomas Flanagan en Gauthier Ralph, een van de directeuren der engelsche bank, allen rijke en aanzienlijke personen, zelfs in die club, onder wier leden men de voornaamste industrieele en financieele beroemdheden telde. "Wel!
"Men heeft dus het signalement van den dief?" vroeg Andrew Stuart. "Het is eigenlijk geen dief," antwoordde Gauthier Ralph ernstig. "Hoe? Is het geen dief, die vijf en vijftig duizend pond sterling aan bankpapier gestolen heeft." "Neen," zeide Ralph. "Is het dan iemand, die zaken aan de beurs doet?" "De Morning Chronicle verzekert dat het een gentleman is."
Ralph," begon Thomas Flanagan, "hoe staat het met den diefstal?" "Ja," antwoordde Andrew Stuart, "de bank is haar geld kwijt." "Ik vertrouw integendeel," zeide Gauthier Ralph, "dat wij den dief wel zullen krijgen. Men heeft zeer handige inspecteurs van politie naar Amerika en naar de voornaamste havens van Europa gezonden, zoodat het dien heer moeite zal kosten om hun te ontsnappen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek