Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 oktober 2025
Ik herinnerde mij dat Plato de volgende definitie van moed geeft: »weten wat men moet vreezen en wat men niet moet vreezen."
Dit was dan het verzwolgen land, dat vroeger gelegen was buiten de grenzen van Europa, Azië, Libye, en de kolommen van Hercules, waar het machtig volk der Atlanten leefde, waartegen het oude Griekenland zijn eerste oorlogen voerde. De geschiedschrijver, die de groote daden van dit heldentijdvak te boek heeft gesteld, is Plato.
Het is een exemplaar dat hij zeer op prijs stelt, en ik heb het dikwijls bewonderd, zooals het daar op de eereplaats stond met zijn Duitschen bijbel, Plato, Homerus en Milton; u kunt dus denken, wat ik voelde, toen hij het zonder den omslag bij mij bracht, en mij mijn naam op het titelblad wees, met daaronder: "Van mijn vriend Friedrich Bhaer."
PLATO de Rep. Lib. 3. Ik. Wel nu, dat laat zig hooren; maar zijn 'er thands op den aardbodem volstrekt geene Landen, die door Koningen, oppermagtig, beheerscht worden? Geleider.
Inderdaad vindt men in de dialogen van Plato sporen van een onderscheid, door den grooten philosoof van het Schoone gemaakt tusschen zinnelijke en onzinnelijke liefde, speciaal in den dialoog die den titel draagt Het Gastmaal.
Zijne stukjes, die hoog geroemd werden, gaven maatschappelijke toestanden, zeden en karakters weer, en waren geheel uit het leven gegrepen. Bij de vroolijke Siciliërs waren zulke losse opvoeringen bij landelijke feesten zeer in zwang. De mimen van Sophron geraakten door Plato ook te Athene bekend, en het genre werd hierdoor meer en meer verbreid.
Want alhoewel een door Alcibiades bij Plato gebezigd spreekwoord de waarheid toeschrijft aan den wijn en den kinderlijken leeftijd, komt mij toch in 't bijzonder al die lof toe, zelfs volgens Euripides' getuigenis, van wien dit beroemde gezegde omtrent ons bestaat: dwaasheên immers zegt een dwaas.
Denkt ge inderdaad, dat er onderscheid is tusschen hen, die in de bekende grot van Plato de schaduwen en beelden der verschillende dingen aanstaren, mits hun verlangen maar niet verder gaat en zij niet ontevreden worden met hun lot, en den wijze, die, na de grot verlaten te hebben, de werkelijke dingen ziet?
Van geleerdheid of wijsgeerige bespiegelingen had hij een afkeer; onbekommerd om den spot zijner tijdgenooten, hekelde hij op zijn beurt de dwaasheden, maar evenzeer de beschaving van zijn tijd. Plato noemde hem Sokrates mainomenos.
Cicero, Seneca en Plato kennen, om dezelfde reden als Grotius, allen de bevoegdheid toe te straffen. Allen willen van nature de gemeenschap, en hebben dan ook recht op de noodige middelen tot instandhouding der gemeenschap, waaronder valt het toepassen van straf. "Nihil est homini utilius homine altero" zeide Cicero, en bewees daaruit, dat de een mocht straffen ter wille van den anderen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek