Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juli 2025


Eindelijk stonden de paarden hijgende en brieschende stil voor 't paleis. De opperhofmeester was in een' wip het rijtuig uit en twee treden te gelijk ging het de trap op naar de voordeur. De koning, die al verlangend had staan uitkijken, toen hij zulk woest getrappel van paarden in de verte hoorde, kwam zijn' opperhofmeester al tegemoet in het voorportaal.

Hij was het nog niet vergeten, hoe beschaamd hij voor de prinses gestaan had, toen ze hem, in plaats van te antwoorden op de pepernoten, gevraagd had, of hij, de machtige koning, wel op.... Neen, voor de tweede maal zou dat niet weer gebeuren, daar was hij te trotsch voor. De koning wachtte. De koning dacht nog eens na. En toen liet hij toch weer den opperhofmeester bij zich roepen.

Reis nu maar dadelijk naar de prinses van de koekjes en vraag, of ze nog lust heeft mijne vrouw te worden." De opperhofmeester reisde welgemoed heen, maar teleurgesteld terug; want hij bracht de boodschap aan den koning, dat de prinses tot haar spijt de vrouw van den koning niet meer worden kon, omdat ze in dien tusschentijd al de vrouw van een anderen koning geworden was.

De opperhofmeester was op zijne reis naar de derde prinses alles behalve in zijn humeur. Hij zag er, eerlijk gezegd, erg tegen op, weer weggestuurd te worden als een schooljongen, die kwaad heeft gedaan. En als het niet om zijn' heer en meester, den koning geweest was, zou hij w

De een maakt ze te hard, de ander te week, een derde te taai, een vierde maakt er bleekneuzen, een vijfde weer negers van. Daarom, waarde heer; de prinses, die ik zou willen trouwen, moet pepernoten kunnen bakken, en heel lekkere ook, anders kan ze nooit mijne vrouw worden." Toen de opperhofmeester dat hoorde, kreeg hij een' schrik.

De zilveren driehoek moest dus wel op den rug gedragen worden, die er heelemaal door bedekt was. Voor de schitterende ster wist de opperhofmeester geene plek meer te bedenken; die droeg hij bij feestelijke en plechtige gelegenheden dus maar in de hand.

Weer reisde de opperhofmeester heen, maar lang niet zoo welgemoed als den eersten keer. En weer reisde hij terug met eene boodschap, die nog veel minder prettig was, om over te brengen. De prinses liet zeggen: nog liever wou ze haar heele leven lang prinses blijven en nooit koningin worden, dan dat ze zou regeeren over een land, waar een dwaas op den troon zat.

Op de terugreis naar den koning moesten de paarden voor de reiskoets draven, jagen, dat ze er den adem haast bij verloren. De koets stoof in vliegende vaart over den weg, hooren en zien verging den opperhofmeester; maar dat kon hem niet schelen. Hoe sneller, hoe liever, dan was hij des te eerder bij den koning, om hem de blijde boodschap te brengen.

Zoo gebeurde het, dat na eene heele poos de koning den minister weer bij zich liet roepen. De koning zat met de hand onder 't hoofd en zuchtte, toen zijn opperhofmeester binnenkwam. "Uwe Majesteit heeft toch geen verdriet?" vroeg de opperhofmeester medelijdend. "Ik heb nog altijd geene koningin," zei de koning, "en dat hindert me.

En de koning omarmde zijn' opperhofmeester nog eens en drukte hem weer de hand en beloofde hem drie ridderordes, omdat hij bij de prinses zoo flink en goed voor zijn' koning gesproken had. Nog dienzelfden dag werden de ridderordes besteld bij den knapsten goudsmid in 't heele land.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek