Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


Hoewel de man ziek ligt, geloof ik toch, dat zijn toestand niet zoo is, als gij meent. Dapper moedig stout onbevreesd onverschrokken onversaagd. Geen gevaar ontziende. ~Moedig~ geeft te kennen, dat men overtuigd is van eigen kracht, om het gevaar te overwinnen. Een ~moedig~ gemzenjager klimt langs afgronden, om zijn doel te bereiken.

Een ander volgt den krijggod Mars, en al blaauw gehelmd steekt zijn paard met sporen, hebbende in de eene hand een tweesnijdend zwaard, in de andere een gevelde speer, rijdt alzoo midden onder de vijanden, ontziende noch leven noch dood, om met tien duizend Trofeën triumfelijk weder te keeren, of in het bestoven veld, onder de verslagen helden, zijn graf al met groenen palm en lauwer bestrooid te hebben.

Of ook, waar de vrouw het misschien nog in aantal wint, is er daar toch geen tekort in diepte van opvatting, in de verloochening der toewijding, in dat overgegevene en over alles heen komende der zichzelve nooit ontziende liefde? Van Eva zoo dikwijls te veel, van Maria soms nog zoo weinig.

De vroomheid vertoont zich bij hem in hare ware, aanminnigste gedaante: zij heeft deze vurige, hartstochtelijke natuur veredeld en verfijnd, deze ontembare wilskracht gelouterd en aan hooger ondergeschikt gemaakt; zij heeft dezen man van eene alles overwinnende, niets ontziende energie, gemaakt tot een welwillenden, toegevenden, geduldigen meester voor zijne onderhoorigen, tot een innemend vriend voor zijne bekenden.

Ik stelde mij voor al de lessen die ik van den morgen tot den avond zou moeten aanhooren en ik verwachtte dat ik de ongelukkigste vrouw van de wereld zou worden. Niets ontziende in de verwachting van mijn ongeluk, zeide ik woedend tegen de duenna, zoodra ik met haar alleen was: "gij wilt mij zeker doen lijden, maar ik waarschuw u dat ik niet veel geduld heb.

Zij zagen hoe sommigen, woedend en niets ontziende, zich met de sabel in de hand een afschuwelijken doortocht openden. Anderen zagen zij een nog wreeder weg zich banen; met hun voertuigen reden zij onbarmhartig door die menigte van rampzaligen heen, die zij verpletterden. Door walgelijke hebzucht gedreven, offerden zij hun metgezellen in het ongeluk op, ter wille van hun bagage.

Een zeeslag van vier dagen! hoor ik u zeggen. Ja, een vierdaagsche zeeslag, de hevigste die ooit werd bevochten en die niet alleen den roem onzer vloot herstelde, in den laatsten, ongelukkigen slag zoo deerlijk verloren gegaan, maar een onsterfelijke gloriekroon wond om het hoofd van onzen De Ruyter, wien men de ziel der vloot noemde en van wien men zeide, dat hij de maat sloeg in het grof muziek van zooveel duizenden kartouwen ; om den schedel van onzen Van Nes, die, toen De Ruyters groote steng was afgeschoten, de admiraalsvlag overnam en met zooveel beleid een tijd lang het opperbevel voerde, dat geen der vijanden de tijdelijke afwezigheid van den vlootvoogd bemerkte; en om de slapen van onzen Tromp, die in zijne niets ontziende dapperheid zoo dikwerf van schip had moeten verwisselen, dat de Engelschen, telkens zijne vlag van een ander schip ziende waaien, met verbazing vraagden: "zijn er dan vijf of zes Trompen op de Staatsche vloot?"

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek