Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Vonden wij nog maar in de tractatie van hetzelve scheermes een overvloedig middel van bestaan, zooals eene kunst behoorde te kunnen opbrengen, welke in zulk een nauw verband staat met de beschaving, en van welke zoo onbegrijpelijk veel afhangt in de maatschappij, wij zouden ons alsdan ten minste kunnen getroosten het algemeen profijt niet geheel zonder profijt voor onszelven te behartigen.

In plaats van de stad te bekijken, blijven we in den mooien tuin onder de schaduw der platanen, wier stammen oprijzen uit boschjes van roode rozen. Wij zijn nog verwezen van de zesdaagsche vermoeienis, en we zouden altijd zoo willen blijven liggen in den geur der rozen en tot onszelven zeggen: "Ik ben in Ispahan."

Wij besloten eindelijk onszelven met de verdeeling der vrachten te belasten, en wij vertrokken laat in den namiddag, om tot Tiz te gaan op twaalf kilometer afstands.

Niettemin! ik wil het gevaar niet loopen van 't avond of morgen te verzeilen en denk deze haven te verlaten." "Gij deedt beter," zeide ik, "uw geheele professie te verlaten, *welke u toch nooit tot een gelukkig einde brengen zal." "Helaas, Mijnheer!" hernam hij, met een treurigen blik en een diepe zucht: "hangt het wel van onszelven af, die met vrijen wil te kiezen?

Voordat zij dit aanvingen zette de muzikale schoenmaker het fraaie schoentje naast zich op de tafel, hij was met zijn kunststuk te zeer ingenomen om het geheel uit het oog te verliezen, nam de ronde calot van zijn hoofd en sprak zacht maar met vastheid: God, die onze vader zijt, met dank besluiten wij den dag, dien gij ons weder vergund hebt te leven; dat in den nacht uwe hand over ons blijve, als wij niet voor onszelven zorgen kunnen; dat uw oog over ons wake, als wij den dag van morgen beginnen; dat wij dien dag weer aanvangen met u in het hart.

Een hart, dat niet begeert, is dof en dood en in het levend lijf gestorven. En zoo kan uw hart niet kloppen, niet geprikkeld worden, niet trillen, of al zijn uitgang is éen begeeren, éen schreiend roepen uit zijn innerlijk ledig, om vervuld te worden met wat het derft en mist. Zoo spreken we nog van »gieren van het lachen«, als we onszelven niet meer meester zijn.

Hunne behoeften waren bij uitstek gering, zoodat de natuur, zonder dat zij veel werkten, hun alles opleverde, wat ze noodig hadden. Door die weinige behoefte leidden ze zulk een vreedzaam, kalm en gelukkig leven, dat wij er onszelven, in onze eeuw van duizenden behoeften voor lichaam en geest, geene voorstelling van maken kunnen.

Nu rijden we langs velden met witte papavers, die een koelen gordel om Ispahan leggen; irrigatiekanalen kruisen ieder oogenblik den weg. Wij zien er bleek en afgemat uit. We wekken onszelven echter op in de oude diligence, want onze energie is nog onverflauwd, en we zijn niet ver van Ispahan. Daar zijn de poorten der stad.

Gegrepen moet naar dat eeuwige leven, niet als hadden we iets om het te verwerven, maar juist omdat we niets, niets in onszelven zijn; en de bloem onzer ziel moet verdorren, zoodra we het licht van de Zonne onzer gerechtigheid derven.

Wij besloten eindelijk onszelven met de verdeeling der vrachten te belasten, en wij vertrokken laat in den namiddag, om tot Tiz te gaan op twaalf kilometer afstands.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek