United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik herinnerde mij dien zang van een dichter uit den tijd van den Pharao Amenophis IV, zestien eeuwen voor onze jaartelling, en ik vroeg mij af, wat onze hedendaagsche schrijvers wel hadden kunnen vermelden, dat de egyptische zanger ongezegd had gelaten.

Ik kan mij inbeelden, mijnheer, wedervoer de vreemdeling, dat een dergelijk gerucht u onverlet laat, maar de bron ervan hoop ik dat ge met meer belangstelling zult vernemen. Laat mij ongezegd de reden voorbijloopen, die mij dwingt u den man te noemen, welke u voor een verrader houdt. Ik heb die reden en tevens eene andere om u de eerste te verzwijgen.

Daaraan geboeid Door een aan beide zijden in een kop Eindgenden slang, zal 't beeld dier vleugelpaarden Den spoed waarvan zij rusten als bespotten. Helaas! waarheen zwierf mijn eenzijdig praten, Wijl al wat gij woudt hooren ongezegd blijft? Zooals ik zeide, vloog ik neer naar de aard: Het was, als 't nog is, de bijna pijn Lijkende zaligheid van te bewegen, Te aadmen, te zijn.

Maar er was iets gescheurd, dat gescheurd bleef. Want Otto zag het in: ieder kon wel eens driftig zijn en in die drift woorden zeggen, die men daarna ongezegd wenschte, en Eline's woorden schenen hem, nu hun eerste krenking geheeld was, zelfs niet meer zoo vreeselijk toe, alleen... hij drong verder in hun diepere bekentenis, en toen vond hij, dat als Eline hem lief had gehad, zooals hij dacht dat zij deed, een weinig uit egoïsme: niet zoozeer om hem als wel om haarzelve en omdat zij geluk en rust in hem vond, zij nooit zulke woorden had gesproken.

O, teleurgesteld, vernietigd, het hoofd op de borst, de oogen zoekende diep in de aarde, Gedrukt door het weten, dat ik heb dùrven openen mijn mond, Nu wetende, dat te midden van allen die hun niet uitklappen en mij de holle echo's hunner woorden in het oor blazen, ik zelf nièt het geringste denkbeeld heb gehad van het wat en wie mijner Ik-heid, Dat uit al mijn verwaten poëemen nu mijn werkelijke Ik-heid opstaat, nog altijd ongezegd, onbegrepen, onverklaard, onbereikt, Ik zie haar voor mij uit, mij bespottende met spot-beleefde groeten en buigingen, Met de galmen van uit de verte gehoord spotgelach, om elk woord dat ik heb geschreven, Zwijgend wijzen naar deze zangen èèrst, dan naar het zand onder mijn voeten.