United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rivieren, die des zomers niet uitdrogen, zijn er maar heel weinig in het land. Die bron bij Silouan is dus heel iets bijzonders. Hij geeft alleen maar water vlak na den grooten regentijd, den zoogenaamden vroegen regen. Een paar weken daarna is alles droog. Ik ken het dorp Silouan wel. Het ligt tusschen den stadsmuur vóór de Duitsche Plaats in het dal tot den Olijfberg. Uit mijn raam zie ik het.

De sterren fonkelden boven haar hoofd, evenals van ouds. Zij verlustigden zich een oogenblik in dien aanblik, maar toen vraagden ze elkander droef te moede: Wat nu? Waarheen? Ongeveer terzelfder tijd dat Gesius voor den commandant verscheen, beklom een voetreiziger den Olijfberg van de oostzijde.

En Machmoed, het staljongetje, eerbiedigt hem zeer. Natuurlijk eerbiedigt Machmoed den chawadja ook. Want die geeft baksjis; en is een chawadja. "Een mooi wagentje, Machmoed?" "Maäloem," zegt Machmoed: "ik twijfel, of er een mooier wagentje is in geheel Kuds." En wij rijden. Door de buitenstadswegen. En dan over de landwegen naar den Olijfberg heen. Overal wordt gewerkt aan het land.

Zij gingen tusschen den heuvel Bezetha en den burcht Antonia door, langs het badwater Bethesda naar de Schaapspoort. Overal waren menschen en overal werd feestgevierd. Ter eere van het feest stonden de deuren der poort wijd open. Voorwaarts ging het, altijd voorwaarts, nu het dal in, dat naar de beek Kedron leidde. Aan de andere zijde zag men den Olijfberg met zijn donker geboomte.

Laat ons wat eten, en dan zoo spoedig mogelijk met Amrah meegaan. Het ontbijt was weldra afgeloopen, en het drietal begaf zich op weg. Nu stuitten zij echter op een moeilijkheid. Amrah had gezegd, dat de Nazarener van Bethanië moest komen, maar vandaar leidden drie wegen naar Jeruzalem. Een over den Olijfberg, een tweede langs zijn voet, en de derde langs den Berg der Ergernis.

Zij wijken; de Turken jubelen over de overwinning, maar te voorbarig. Daar bemerkt Godfried van Bouillon op den Olijfberg eene ridderlijke gestalte in witte wapenrusting, die een helderstralend schild omhoog houdt. "Zie daar," roept hij "een cherub met vlammend zwaard, dien God ons ter hulpe zendt." "God wil het! God wil het!" dondert het door de gelederen en in wilde haast dringen ze voorwaarts.