Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


De alférez was er toen niet, en de ongelukkige moest de nacht op een bank doorbrengen, waar ze met een strakken onverschilligen blik op neerzat. Den volgenden dag zag de alférez haar, en daar hij in die dagen van rumoer bang voor haar was, en geen onaangenaam schouwspel wilde geven, droeg hij de soldaten op, haar te bewaken, haar met medelijden te behandelen en haar eten te geven.

Maar hare zelfbeheersching, hare zedelijke kracht om onder uiterlijke kalmte de smartelijkste aandoeningen te verbergen en iedere heftige uiting daarvan te beheerschen, tot ze in eenzaamheid op hare kamer neerzat, deze kracht, die naar zijn gevoelen boven haar vermogen ging, had hem misleid.

Ze keek, wanneer ze reeds neerzat, langs het kleine raam naar de trage floddering van waggelende veêrkens en ging na hoe er soms een tegen de ruit aanstiet, verkleurde en in schokkende dropjes over 't glas neerbiggelde. Ze zag, op straat, de menschen gauw doorstappen, tegen de vlage in, zoodat hunne borst, schouders en knieën met het licht ijs waren beladen.

Hij gilde bij iederen slag, maar ik merkte op, dat op iederen gil de anderen bedienden vergenoegd knipoogden en met zekeren dank het aanzagen. Hij was de gunsteling van Habulam en had ongetwijfeld het dienstvolk gebeuld. Ook hij liet brandewijn in de wonden aanbrengen en kroop toen achter in een hoek, waar hij ineengedoken neerzat. En wie nu? vroeg Halef. Murad Habulam! luidde mijn antwoord.

Met een tooverslag had hij een schoon gedeelte van haar innerlijk leven, de blijde herinnering aan het lieve vaderland, en aan de deelgenooten van het reine geluk harer kindsheid vernietigd. Terwijl zij daar in het vorstelijk purper weenend neerzat, kon zij aan niets anders denken dan aan de smart van hare moeder, aan het ongeluk van haar vader en aan de krankheid van hare zuster.

Zijn dagboek, aangevangen van den eersten avond af, toen hij als zeventienjarige knaap met een bang gevoel van verlatenheid in zijn eenzaam kamertje neerzat op de derde verdieping van een Amsterdamsch winkelhuis, tot op den laatsten morgen waarop hij besloot om het haar toe te zenden, met een diep verslagen gemoed en een gebroken hart!

De lang onvoldane behoefte aan stof wierp zich nu op dezen rijken voorraad met een razenden honger; en ieder, die niet zoo persoonlijk bij de zaken betrokken was, dat hij stom van wanhoop neêrzat, begon te praten, te praten en te praten, alsof zijn leven er meê gemoeid was, als hij zijn tong niet roerde.

Rondloopend in de kamer, onrustig en beweeglijk, vroeg hij naar Louis en zijn bruid, en naar andere menschen, vertelde van zijn reis, nam dingen die op den schoorsteen en op de etagère stonden in zijn hand en bekeek ze onder 't praten, maar hij zag ze eigenlijk niet, want zijn oogen stonden achter een vochtig waas, hij was wat ontroerd en wou dat niet weten voor zijn moeder, die daar zoo kalm-glimlachend neerzat, zinnetjes makend met lieve wendingen, volkomen zich meester.

Het kwam hem voor dat het zwakheid was weer eene onafhankelijkheid prijs te geven, die hij zoo pas had veroverd. Was het vreemd dat hij stil en peinzend neerzat, terwijl hij met een blik vol verrukking en vol weemoed tevens het liefelijk duinlandschap overzag. Daar ginds viel hem de toren in 't oog van zijne vaderstad, die als in een nevel in de diepte aan zijne voeten lag.

Zie, 't was toch ook bedroevend dat dokter nu in weerwil van al zijn geluk, met zoo'n mooie jonge vrouw en een prachtig huis, en zulke schitterende vooruitzichten terwijl hij al gedurig zoo stil en afgetrokken geweest is daar nu neerzat alsof alle geluk is vervlogen; die beste dokter, die edele vriend! En dan maar nee, waarachtig niet!

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek