United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


~Lichtvaardig~ is hij, die zich gemakkelijk door anderen laat meesleepen of verleiden, doordat hij niet zelfstandig nadenkt en overlegt. Hij was ~lichtvaardig~ genoeg om zijn geld in die onderneming te steken. Het gedrag zal dat jongmensch eenmaal duur komen te staan. Hij is veel te om zich daardoor lang uit zijn humeur te laten brengen.

"Dan zal ik hem, als hij langer aan boord blijft, wat scherper op de vingers kijken. En u moet ik nader leeren kennen. Gij zijt de man, die mij past. Als gij u nog niet elders verbonden hebt, zou ik u kunnen gebruiken." "Nu," hernam Tom, als iemand die nadenkt, de oogen neerslaande, "de eer, bij u te kunnen zijn, is mij meer waard dan al het andere.

Zij is te onschuldig om in dit alles iets anders dan 'n soort aardig-vinden-van-elkaar te zien. Ja, God, waarom zou meneer haar niet mooi vinden.... Zij weet wel dat ze mooi is.... Haar jonge ijdelheidjes worden gestreeld door de gedachte, dat zoo een knappe, flinke, rijke man als meneer Heins er over nadenkt of zij wel of niet een vrijer heeft.

Voor iemand die nadenkt, is het meest tragische feit in de gansche Fransche Revolutie niet dat Marie Antoinette werd omgebracht omdat zij koningin was, maar dat de uitgehongerde boeren in de Vendée vrijwillig optrokken om te sterven voor de afschuwelijke zaak van het feodalisme. Het is dan duidelijk dat geen gezagmatige vorm van socialisme voor ons deugt.

Toch heeft in der daad dit woord eng met den uitgang ing in het geheel niets te maken, al wil ook heden nog wel deze of gene »beunhaas" op het gebied der nederlandsche taal, de ing- en ink-namen van d' eng- en enk-namen afleiden, en al is zelfs deze meening nog steeds zeer verbreid by 't nederlandsche volk, voor zoo verre het dan over den oorsprong en de beteekenis der namen eens nadenkt.

Dat zij door hare opvoeding hiertoe niet in staat wordt gesteld, bewijst reeds haar ongeschiktheid voor haar grootsche taak. Dat zij er niet over nadenkt en er geen belang in stelt, bewijst haar schandelijke onverschilligheid voor dien grooten plicht.

Zeker, die twee kometen komen samen en hare banen snijden elkander, maar als gij nu een oogenblik nadenkt, begrijpt gij, dat die lijnen elkander slechts snijden voor één oogenblik en dan weder verder dan ooit van elkander afgaan, en zoo dit dan een voorteeken heeten moet, vind ik het een zeer slecht voorteeken. Ik bid u, luister niet naar de grillige inbeeldingen van een gemoedelijken dweper.

Ach, Fancy, riep hy, laat me samenwonen met Omikron! Fancy zeide niet: ja, en niet: neen. Ze had iets in haar wezen als iemand die nadenkt over de mogelykheid van het tot stand brengen eener hoogstmoeilyke zaak.