Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
In de eerste jaren na 1860 heeft Multatuli zijn lezende en denkende landgenooten in heftige beroering gebracht: door de Max Havelaar, door zijn geschrift Over vrijen-arbeid in Nederlandsch-Indië en door zijne Minnebrieven wekte hij geestdrift eenerzijds, sterke afkeuring andererzijds door zijne excentrieke persoonlijkheid.
De humor en de geestigheid der Minnebrieven hebben een tragischen ondergrond. Ook in dit opzicht vinden we een scherpe tegenstelling in de motieven. Tot grappige misverstanden geeft Fancy's dubbelzijdig wezen aanleiding. Ze is een huishouderig meisje èn tevens 't wezen van poëzie en schoonheid, aan wie Max vraagt: "Wie zijt gij eigenlijk? Hoe heet gij? Waar woont ge?
Zij trok een der rechte takken naar zich toe, spreidde de bloemen uiteen en zonder deze af te breken, begon zij met een naald letters te prikken in de bloembladeren. "Wat doet ge daar, schoonzuster?" vroeg donna Elisa. "Niets, niets." "In mijn tijd plachten de jonge meisjes minnebrieven te prikken in de magnoliebloemen." "Misschien doen zij dat nog."
Het is een van de honderd boeken, die hij na 't schrijven van Max Havelaar in het hoofd had. Het begin is al vóór 1862 geschreven: in de Minnebrieven gewaagt hij van Fancy, die in een koffer te Laeken ligt.
En dan komt het grappig contrasteerende antwoord van Fancy: "Ja, haren heb ik wel, maar ik woon... neen, ik woon niet. M'n ouders wonen, en ik ben bij hen. Doe in 't vervolg een postzegel op uw brieven. Ik ben somwijlen schraal bij kas, en ge begrijpt dat er op onze begrooting geen gelden worden toegestaan voor port aan minnebrieven."
Hoe zeer de wereld die M. in Vorstenschool voor ons onthult ook van Wouters milieu moge verschillen, toch vinden we in dit drama de motieven van Woutergeschiedenis, Havelaar en Minnebrieven terug. In regeeringskringen is het geestelijk bederf, de versteening al evenzeer doorgedrongen als in die der kleine burgerij: van bijzaken, futiliteiten zijn de koning en zijn ministers vervuld.
In een lang gedicht aan die gravin Adèle schildert hij haar woning, zoals hij zich die in zijn fantasie voorstelt en beschrijft o.a. de wandtapijten met voorstellingen uit de Griekse mythologie en de Romeinse historie. In Latijnse hexameters schrijft Paris minnebrieven aan Helena en richt Florus brieven van troost tot Ovidius in diens ballingschap.
En Tine is in de Minnebrieven geïdealiseerd tot de vrouw, die alles begrijpt en meevoelt en goedkeurt, tot de vrouw, die Fancy smeekt haren Max te blijven steunen.
De scherpe tegenstellingen tusschen 't zachte en 't bittere in zijn gemoed, zijn streven naar recht en zijn hoonen van alle gezag vinden in Fancy, in zijn dichterlijk schouwen hun hoogere eenheid en verzoening. Fancy geeft hem de kracht om de disharmonie in zijn innerlijk leven te overwinnen. De Minnebrieven zijn geen minnebrieven, of liever, 't zijn vergeestelijkte minnebrieven.
In een allegorisch gedicht over een burcht, die Vaste Hoede heet, deelt de auteur ons mede, dat hij aan de burchtvrouw verzocht had hem een onderwerp voor een gedicht te geven, "want ic met dichtene mi ghenerde". Met het voordragen van boerden vielen kostelijke kleeren te verdienen; "constenaers", die in een herberg een "nieuwen zanc" ten gehoore brachten, werden daarvoor beloond . Dat de berijmde minnebrieven en minne-naamdichten van dezen tijd op verzoek en voor geld gemaakt zijn, valt niet te bewijzen; doch hunne volslagen kleurloosheid zou doen vermoeden, dat zij gemaakt zijn door anderen dan door de minnaars zelven en dan zeker niet voor niet .
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek