United States or Turkey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het uitvaren tegen witte dassen is wat zagerig geworden, en 't spyt me dus veroordeeld te zyn tot geschiedschryver der verblindende kleurloosheid van z'n keelbedervend halsgewaad. In 's hemelsnaam ... dat is nu eenmaal zoo. En ook overigens zat de man vol witte dassen. Z'n zwarte rok was 'n witte das. Z'n welgedaan zachtblozend gelaat was 'n witte das. Z'n embonpoint was 'n witte das.

In een allegorisch gedicht over een burcht, die Vaste Hoede heet, deelt de auteur ons mede, dat hij aan de burchtvrouw verzocht had hem een onderwerp voor een gedicht te geven, "want ic met dichtene mi ghenerde". Met het voordragen van boerden vielen kostelijke kleeren te verdienen; "constenaers", die in een herberg een "nieuwen zanc" ten gehoore brachten, werden daarvoor beloond . Dat de berijmde minnebrieven en minne-naamdichten van dezen tijd op verzoek en voor geld gemaakt zijn, valt niet te bewijzen; doch hunne volslagen kleurloosheid zou doen vermoeden, dat zij gemaakt zijn door anderen dan door de minnaars zelven en dan zeker niet voor niet .

In klaterende stroomen kwam het neêrvallen uit den hemel op steengrond en bergwand, de kleine hoekige vormen langzaam wegvretend in de overstelping van zijn golven, in schitterende tintelende kleurloosheid. En naar boven schoot het schuimend heen, over planten die blaakten van groen licht, neêrstortend over den rug des heuvels, om uit te spatten in de lucht met phosphorische lichtstofjes.

Hij was vol illuziën, hij zou voor haar werken en zij zou voor zijn oude moeder als een dochter zorgen; zij zouden zoo gelukkig en zoo vreedzaam met hun drieën leven, en in de soms drukkende kleurloosheid van zijn eenzaam bestaan zou zij plotseling verrijzen als de zachte, warme lentezon, die alles opfleurt en verlevendigt.

Somtijds, wanneer een zonnestraaltje vluchtig door de nevelsluiers brak, scheen alles voor een oogenblik frischlevend op te fleuren: het gras schitterde, de naakte twijgjes trillerden, en zelfs de doffe muren en kanteelen schenen even, met een koesterend zonnelachje uit hun winterslaap te ontwaken; maar dadelijk trokken zich weer de grijze sluiers dicht en hun doodsche, stille kleurloosheid bedekte alles.

Hij scheen ongeveer vijf en twintig jaren oud te zijn, doch bij een slechts oppervlakkige beschouwing, gaven zijn bleeke en vermagerde trekken hem het aanzien van reeds de dertig te zijn ingetreden. Het gelaat des jeugdigen kunstenaars, waar inspanning en afmatting op te lezen stonden, had juist door die genoemde kleurloosheid, iets zeer belangwekkends.

Het zilver der sneeuwspitsen zagen wij goud worden. In vuur ontstoken, blonken de toppen ons toe: een vuur, dat weldra verglommen was vergrauwd, door karmijn en purper heen, tot doffe, looden kleurloosheid. Hooger en hooger klom het duister uit de diepte.

Het laagst stond de vilder: hij mocht de herberg niet binnenkomen, maar bleef in de gang staan, waar hem het bier gebracht werd. Voor eentonigheid en kleurloosheid wordt het gezinsleven behoed door het familiefeest.