Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Zij zijn middelmatig groot en kenmerken zich vooral door de hooge, langteenige, met stevige klauwen gewapende en dus in alle opzichten goed ontwikkelde voeten. Hun geraamte wijkt in enkele opzichten van dat der overige Hoendervogels af; vooral valt de wijdte van het bekken in 't oog, hetwelk met den buitengewonen omvang van het ei in verband schijnt te staan.
Voorwaar ik zou vermetel kunnen schijnen, omdat ik zonder rekening te houden met mijn eigen kleinheid deze taak heb aanvaard, bij het volbrengen waarvan mij zelfs niet de hoop op een middelmatig applaus toeschittert na zulk een voorganger.
De Hoenderen (Galliformes), die onder de Hoendervogels den hoogsten rang innemen, zijn krachtig en zelfs plomp gebouwd; zij hebben korte vleugels, stevige pooten en een rijk voorzien vederenkleed. Met den gedrongen, korten en hoogborstigen romp is door een korten, hoogstens middelmatig langen hals een kleine kop verbonden. De snavel, die zeer verschillende vormen kan hebben, is in den regel kort, nauwelijks half zoo lang als de kop, soms echter veel langer, bijna even lang als de kop. In 't eerstgenoemde geval is hij breed en hoog, meer of minder sterk gewelfd en aan de spits haakvormig benedenwaarts gebogen, minstens tot een bollen hoornnagel uitgetrokken, het achterste deel meestal met veeren bekleed, waartusschen zich een smalle, vliezige schub bevindt, die het neusgat bedekt; soms dringt deze tusschen de veeren van het voorhoofd door; bij uitzondering is zij met een washuid overdekt. De pooten, de belangrijkste bewegingsorganen van de Hoenderen, zijn steeds zeer krachtig gebouwd, meestal middelmatig hoog; de teenen zijn lang en met korte nagels voorzien. Aan den poot komen krachtige spieren voor; het scheenbeen is, evenals het dijbeen, door een dikke vleeschmassa omgeven; de loop is dik, de voet soms meer, soms minder sterk ontwikkeld. In den regel zijn alle vier teenen aanwezig; soms echter is van den achterteen niets anders zichtbaar dan de nagel; deze ontbreekt slechts zelden. Bij de Hoenderen, welke op den grond leven, is de achterteen (die steeds hooger aangehecht is dan de voorteenen) klein, bij de Boomhoenderen daarentegen tamelijk groot; bij één groep zijn de teenen buitengewoon sterk ontwikkeld. De klauwen, die bij enkele soorten op bepaalde tijden afgeworpen en door nieuwe vervangen worden, zijn meestal kort, breed en stomp, soms echter lang en smal, altijd echter weinig gebogen. De vleugel is in den regel kort (in dit geval sterk, schildvormig gewelfd), bij uitzondering echter zeer lang; het aantal handpennen bedraagt 10 of 11, dat der armpennen 12
Hij eet met smaak allerlei soorten van groente; deze zijn, naar het schijnt, onmisbaar voor hem. Voorts kenmerken zij zich door den betrekkelijk krachtigen romp, de middelmatig lange vleugels, de nagelvormig verbreede en vooruitstekende spits van den bovensnavel, den middelmatig hoogen loop, die bij het mannetje met een spoor gewapend is en het prachtige vederenkleed van den haan.
Alle soorten van Zwijnen gelijken op elkander, wat lichaamsbouw en aard betreft. Het geringe verschil, dat tusschen hen bestaat, berust op de meerdere of mindere slankheid van het lichaam, het aantal teenen en tanden en de ontwikkeling der slagtanden. 44 tanden, 4 teenen aan iederen voet en meestal 10 (minstens 8) tepels aan den buik van 't wijfje, eivormige, behaarde ooren en een middelmatig langen, aan de spits ruig behaarden staart kenmerken de Zwijnen in de meest beperkte beteekenis van het woord (Sus), waarvan het Europeesche Wilde Zwijn (de Ever, sus scrofa) een waardige vertegenwoordiger is. Dit sterk, forsch en weerbaar dier bereikt een totale lengte van ruim 2 M. (1.8 M. zonder den 25 cM. langen staart), een schouderhoogte van 95 cM. en een gewicht van 150
Overigens zijn deze mozaïeken, uit het oogpunt der kunst, zeer middelmatig, en kunnen zij in geenen deele wedijveren met die van de kleine, voormalige kerk van Sinte-Sophia, door Justinianus gebouwd. Mij zijn weinig schooner overblijfsels van de oude christelijke kunst bekend, dan de mozaïeken van dezen fraaien en zuiveren koepel der Sinte-Sophia.
Eenigen zette hij voorop, anderen achterop, maar altijd vroeg hij eerst: «Hoe staat het met het aanteekeningboek?» «Goed!» zeiden zij allemaal. «Ja, laat mij het zelf eens zien!» zeide hij, en dan moest ieder hem het boek laten zien, en al diegenen, die «Zeer goed» en «Uitmuntend» hadden, zette hij voorop het paard, en dezen kregen het mooie sprookje te hooren, maar die, welke «Tamelijk» en «Middelmatig» hadden, moesten achterop en kregen het leelijke sprookje te hooren, zij sidderden en weenden; zij wilden van het paard springen, maar konden het niet, want zij waren er dadelijk aan vastgegroeid.
Dit alles belet niet dat de man die levenslang brood bakte, waarschynlyk beter brood leveren zal dan iemand die nooit gebakken heeft. Ja en neen. Gewoonte maakt wel handig, maar niet altyd bekwaam. Er kan bovendien verschil van gevoelen bestaan over de vraag welk brood goed is? Wat de een goed noemt, kan den ander middelmatig of slecht voorkomen. Meen niet dat deze opmerking ...
De voet is slank en heeft een langen loop; de vleugels zijn kort, sterk afgerond en breed; de vierde en vijfde slagpen zijn de langste; de middelmatig lange staart is eenigszins uitgesneden; hun vederenkleed is rijk voorzien en bestaat uit lange wijdbaardige veeren. De leden van dit geslacht bewonen Europa, Azië en Noord-Amerika.
De romp is zeer goed gevormd, de kop middelmatig groot en sierlijk; de ooren zijn kort, de pooten krachtig. Langs den geheelen hals verheffen zich korte en rechte manen; de staart is van den wortel af behaard, de staartharen langer dan bij de overige Tijgerpaarden, evenwel aanmerkelijk korter dan bij het Paard.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek