Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Zij begonnen met elkaar te spreken over de kracht van verschillende steenen, van welke Maso zoo stellig sprak of hij een groot juwelier was. Calandrino leende aan deze praatjes het oor. Hij stond kort daarna op en merkte, dat het geen geheim was en voegde zich bij hen, wat Maso zeer beviel. Deze zette zijn gesprek voort en Calandrino vroeg, waar die krachtdadige steenen gevonden werden.
En Maso, die de toga losliet, zeide: Neen, ik zal hier nog dikwijls terug komen, als gij het niet zoo druk hebt; en zij gingen zoo gauw als zij konden weg.
Toen sprak Calandrino: Dat zijn groote krachten, maar waar vindt men dien tweede? Hierop antwoordde Maso, dat men die in de Mugnone vond. Calandrino vroeg: Hoe groot is die steen! En welke kleur heeft hij? Maso antwoordde: Zij is van verschillende grootte en bijna zwart.
Gelijktijdig leefde er in Florence een jonkman van wonderbare beminnelijkheid, snaaksch en voorkomend, Maso del Saggio; deze hoorde van de onnoozelheid van Calandrino en wilde zich genoegen verschaffen door hem een poets te bakken of iets zonderlings te doen gelooven.
De jongeling, waarvan Elisa u zooeven gesproken heeft, namelijk Maso del Saggio, herinnert mij aan een novelle van hem en eenige van zijn kameraden, welke, hoewel er uitdrukkingen in voorkomen, die u zullen doen blozen, niettemin zooveel stof tot lachen geeft, dat ik u die toch zal mededeelen.
Calandrino, die al die dingen in zich had opgenomen, deed, alsof hij iets had te verrichten, verliet Maso en besloot die steensoort te gaan zoeken, maar hij nam zich voor het niet te doen, zonder dat Bruno en Buffalmacco het wisten, van wien hij bijzonder veel hield. Hij ging ze zonder verwijl zoeken en besteedde het verdere deel van den morgen om ze te vinden.
Toen sprak Maso tot zijn kameraden: Laten wij hem zijn broek heelemaal uittrekken, want dat gaat best. Ieder van de gezellen had opgelet, hoe het mogelijk was. Den volgenden morgen kwamen zij terug en daar het gerechtshof vol menschen was, ging Matteuzo, wien niemand gewaar werd, onder de bank en begaf zich juist onder de plaats, waar de rechter de voeten zette.
Daar dichtbij liep een kleine beek van den besten witten wijn, die men ooit drinkt, zonder dat er ooit een druppel water in kwam. O, zeide Calandrino, dat is een goed land, maar zeg mij, wat doet men met de kapoenen, die zij braden? Maso antwoordde: De Basken eten die allen op. Toen sprak Calandrino: Waart gij daar ooit? Hierop antwoordde Maso: Ik ben er meer dan duizend maal geweest.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek