Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Laborde, II p. 326. La Marche, III p. 197. Laborde, II p. 375, no. 4880. Laborde, II p. 322, 329. Chastellain. V p. 26 , Doutrepont, p. 156. Juvenal des Ursins, p. 378. Jacques du Clercq, II p. 280. Foulquart, bij d'Héricault, Oeuvres de Coquillart, I p. 23 . Lefèvre de S. Remy, II p. 291. Londen, National gallery; Berlijn, Kaiser Friedrich Museum.

Wie belette hem, den stoutmoedigen reiziger, den voet te zetten op plekken, nog nooit door iemand betreden, in de ontoegankelijke streken namelijk van het Himalaya gebergte. Had hij niet, als hartstochtelijke wedrenner, de renbanen van Indië, die in zijne oogen konden opwegen tegen die van La Marche of Epsom? Op dit punt, waren Banks en hij het zelfs geheel oneens.

Dit onschuldige vooroordeel wordt zelfs zoo ver gedreven, dat iemand die zich een beetje respecteert, nooit iets anders behoort te dragen dan zijn wandelstok of zijn parapluie, zoodat de Portugees daarin lijkt op dien legendarischen franschen kapitein in ruste, die zijn decoratie aflegde, als hij van de Bon Marché een paar handschoenen meebracht in papier gewikkeld, om toch vooral het Legioen van eer geen schande aan te doen.

Voor den gewichtigen hoveling, die ons dit alles beschrijft, zijn het heilige mysteriën, waar hij met ontzag en met een soort van scholastische wetenschappelijkheid van spreekt. Toen ik page was, zegt La Marche, was ik nog te jong om vragen van préséance en ceremonieel te begrijpen . Hij legt zijn lezers gewichtige vragen van voorrang en hofdienst voor, om ze met zijn rijpe kennis op te lossen.

Olivier de la Marche, l'Estat de la maison etc., t. IV p. 56, zie dergelijke vragen hierboven blz. 60. J.H. Round, The king's serjeants and officers of state with their coronation services, London 1911, p. 41. Le livre des trahisons, p. 27. Rel. de S. Denis, III p. 464s, Juvenal des Ursins, p. 440; Noël Valois, La France et le grand schisme d'occident, Paris, 1896-1902, 4 vol., III p. 433.

La Marche, l.c.; d'Escouchy, II p. 166, 218. d'Escouchy, II p. 189. Doutrepont, p. 513. ib. p. 110, 112. Chastellain, III p. 376. d'Escouchy, II p. 220. Froissart, ed. Luce, X p. 240, 243. Le livre des faits de Jacques de Lalaing, Chastellain, VIII p. 158-161. La Marche, IV Estat de la maison p. 34, 47. Zie mijn verhandeling Uit de voorgeschiedenis van ons nationaal besef, de Gids 1912, 1.

"Eerst, de Coninck van Majorke: de Coninck van Meliden: dhertoge van Coranen: dhertoge van Brabant: de Bisschop van Beauvais: de Grave van Archois: de Prise van Aspermont: Jacob van Simpel: de Grave van Clermont: de Prince van Champaingen: de Grave van Melli: de Grave van Trappe: de Grave van Lingui: de Grave van Bonnen: de Grave van Henegauwe: de Grave van Frison: de Grave de la Marche: de Grave van Bar: item zyn dry broeders de Heere van Bentersam: de Heere van Wenmele: de Castelein van Rysele: de Heere van Flines: Clarion des Coninck van Melidens broeder: Mher Jan van Creky: de Heere van Van Merle: de Grave van Lingui in Barrois: de Heere van Marloos: de Heere van Albemarke: des Bisschop van Beauvais broeder: de Heere van Versen: de Heere van Rochefort: Mher Gillis van Olingy: de Heere van Montfort: Godefroid's Graven van Bonnen broeder, en meer dan seven hondert vergulden sporen.

Monstrelet, IV p. 112; Pierre de Fenin, p. 363; Lefèvre de Saint Remy, II p. 63; Chastellain, I p. 331. Zie J.D. Hintzen, De kruistochtplannen van Philips den Goede, Leidsche dissertatie 1918. Chastellain, III p. 6, 10, 34, 77, 118, 119, 178, 334; IV p. 125, 128, 171, 431, 437, 451, 470; V p. 49. La Marche, II p. 382. Uit de voorgeschiedenis van ons nat. besef, de Gids 1912, I.

Olivier de la Marche, het puik der hovelingen, vergist zich voortdurend in de afstamming en verwantschap der hertogelijke familie, en plaatst zelfs het huwelijk van Karel den Stoute met Margareta van York, waarvan hij de feesten in 1468 had meegemaakt en beschreven, na het beleg van Neuss in 1475.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek