Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Terwijl zijn mond gewoon-maatschappelijke dingen zei tegen Anna, stond hij zich te fantaseeren een vreemd-vrij bestaan, een zwerfleven, een rooversleven, een trotsch gaan door bosschen en gebergten, naast hem: zij, zijn maitresse, gewapend, als hij zelf, met dolken en pistolen.

Ja, ik wil een maîtresse hebben en jij moet die voor mij zoeken. Maar ik waarschuw je vooruit, dat ik zeer moeilijk ben te voldoen in dat opzicht. Ik moet een mooi en aardig meisje hebben, dat niet van slechte zeden is." "Wat ge wenscht is wel een weinig zeldzaam, maar wij zijn hier in een stad waar alles te vinden is, en dus heb ik hoop spoedig te slagen."

Na verloop van een maand begon Rodolphe te merken, dat hij een liaison gesloten had met een stormwind en dat zijn maîtresse een groot gebrek had. Zij ging n.l. gaarne op buurbezoek en bracht een groot gedeelte van haar tijd door bij de maintenées uit de buurt, waarmede zij, God weet hoe, kennis gemaakt had.

Zijn vrienden bewezen hem zonneklaar, dat zijn maîtresse hem steeds en overal, binnen- en buitenshuis, bedrogen had alsof hij een sul was, en dat dit als de engel der tering zoo bleeke schepsel slechts een juweelkistje was van lage gevoelens en verdorven instincten.

"Wat heeft hij toch?" riepen de bohémiens, over die taal verwonderd, uit. "Kijk maar," zeide Schaunard; "deze brief is van Phémie. Dat is haar onderteekening." Schaunard liet den brief van zijn vroegere maîtresse circuleeren. Deze begon met de woorden: "Mijn lief, dik beertje," "Dat lief, dik beertje ben ik," zeide de huisheer, die vergeefsche pogingen deed om op te staan.

Doch mademoiselle Musette, die zelf jong en knap was, zou er nooit in toegestemd hebben de maîtresse te worden van een man, die niet eveneens jong en knap zou zijn. Men had haar dan ook eens de prachtige aanbiedingen hooren weigeren van een grijsaard, die zoo rijk was, dat hij de Croesus van de Chaussée-d'Antin genoemd werd, en aan Musette gouden bergen beloofd had.

Het was, zooals later bleek, de echtgenoot van Violante, die vroeger dan gewoonlijk van zijn maitresse teruggekomen en iemand voor zijn huis ziende, argwaan kreeg. Ik kende dien heer niet en hij kende mij niet. Na eenig nadenken ging ik naar hem toe en zei: "Mijnheer, zoudt u zoo goed willen zijn, de straat eenigen tijd voor mij vrij te laten, ik ben gaarne tot wederdienst bereid."

Twee dagen later kwam een vriendin van Mimi Rodolphe vragen of hij Mimi's "boeltje" wilde teruggeven. "Neen," antwoordde Rodolphe. Dan wist hij de afgezante van zijn maîtresse aan het praten te krijgen. Zij vertelde hem, dat Mimi zich in uiterst benarde omstandigheden bevond en dat het niet lang meer zou duren, of zij had geen dak meer boven haar hoofd. "En haar geliefde, waar zij zoo dol op is?"

Daar ik onderstelde, dat de maîtresse van een grooten mijnheer 's morgens wel niet te vroeg op zou zijn, besteedde ik drie of vier uur om mij te kleeden, kappen, scheren en poederen. Ik wilde mij zoo aan haar vertoonen, dat ze zich niet voor mij behoefde te schamen. Over tienen was ik aan een groot huis, waarvan zij de eerste verdieping bewoonde.

"Mimi is erg gelukkig met vicomte Paul," zeide zij tegen den dichter; "zij schijnt dol verliefd op hem te zijn; één ding echter verontrust haar, zij is n.l. bang, dat gij haar rust zult komen storen door achtervolgingen, die echter zeer gevaarlijk voor u zouden zijn, want de vicomte aanbidt zijn maîtresse en heeft twee jaar lang de schermschool bezocht."

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek