United States or Cambodia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Indien men nu in aanmerking neemt, dat de Alexander, het oudste der genoemde werken van MAERLANT, omstreeks 1257-1260 zal zijn vervaardigd en het Leven van Sinte Lutgart tusschen 1263-1274; dat de romans, waartegen met zooveel nadruk gewaarschuwd wordt, eenigen tijd hebben behoefd om zóó bekend te worden; eindelijk, dat de oorspronkelijke Fransche werken, die hier werden nagevolgd, deels in de tweede helft der 12de eeuw reeds bestonden, deels van nog vroeger tijd dagteekenen dan zal men wel mogen aannemen, dat men te onzent in het laatst der 12de of den aanvang der 13de eeuw het grootste deel der bewuste ridderromans heeft verdietscht.

Daarom moet hij die "der minnen rade volger" gestadig volharden in den goeden strijd. Want een strijd, eene worsteling der ziel met God is de minne. LUTGART dwong met hare sterke minne den hoogsten Koning, onzen Heer, haar al hooger in Zijne gratie te verheffen; want Hij kon het haar niet weigeren; zij bracht Hem ten onder.

Zou de abdis van het klooster nooit hebben deelgenomen aan die gesprekken? Zij, wie LUTGART blijkbaar zóó na aan 't hart lag, dat zij "het minste vingerkijn" der overledene niet missen en slechts voor eene levensbeschrijving der betreurde zuster wilde afstaan?

Blijkbaar hebben wij hier het werk vóór ons van ééne dichteres die den naam HADEWYCH draagt; ook in haar werk wordt die naam een paar maal genoemd. Het godsdienstig gemoedsleven waarvan al deze dichterlijke werken uitingen zijn, beweegt zich in dezelfde sfeer, waarin LUTGART en de andere vroeger genoemde vrouwen in ons land en in den vreemde zich te huis gevoelden.

Ook andere nonnen van Aywières waren de genade der minne in meerdere of mindere mate deelachtig geworden; het spreekt van zelf, dat verwante zielen, die eenigen tijd de minne hadden gediend, behoefte hebben gevoeld, hare innerlijke ervaringen ten minste ten deele te bespreken, of te luisteren naar eene zuster als LUTGART die in de school der minne het zóó ver had gebracht.

Men zou dat reeds vermoeden waar men hem de onmacht der taal ziet beseffen: LUTGART was na een gebed tot God, aldus vertelt WILLEM ons, zóó verheugd,

Extatische vrouwen in Zuid-Nederland: Maria van Oignies, Christina van Sint-Truyen, Margaretha van Yperen. Lutgart van Tongeren. Leven van Sinte Lutgart. De Minne. Hadewych.

De dichter van Floris ende Blancefloer spreekt bepaaldelijk niet tot dorpers, maar tot lieden van stand en ontwikkeling . Het Leven van Sinte Lutgart richt zich nu eens tot "heren ende vrouwen", dan weer tot "closterliede", "grote ende clene", "man noch wijf in desen ringe". Zijne uitdrukking: "die hier te ringe sijt geseten" toont ons, dat het publiek ook wel in een kring om den voordrager heen zat.

Vgl. voorts Mnl. Wdb., IV, kol. 403-4. S. Lutgart, II, 3157, 5580, 7631. Vgl. verder de opmerking van MARTIN in zijne ed. van den Reinaert, I, 2981 en Mnl. Wdb., IV, p. 392, 394, 395, 396. D.i.: zonder beschreven papier vóór zich, uit het hoofd. Zie voorbeelden van deze staande uitdrukking in Mnl. Wdb., I, kol. 1337. Vs. 2197-8.