Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Toen loeiden en kraaiden zij weer allen in koor mede en het lawaai breidde zich even uit over de gansche ingeslapen streek, van boerderij tot boerderij, waar de plotseling ontwaakte honden en hanen overal tegen elkaar opblaften en kraaiden. Alfons en Rozeke lieten de joelende bende enkele passen vooruit gaan. Zacht nam hij hare hand en hield die gedrukt in de zijne.

Toen de morgen klaarde, hoorde ik over den steenweg, voor ons hof, het honderdvoudige gerucht van massa's in beweging: wagens rolden over de kasseien, paardenhoeven stampten, honden blaften, koeien loeiden lang en klagend, als riepen zij de weiden, en aldoor ging het moede slepende geluid van duizenden voetzolen. Het was het groot tumult van een heel volk dat verhuizde.

De grasperken waren als met madeliefjes en boterbloempjes bezaaid, en in de weilanden, die zich rondom doch op verderen afstand van het kasteel uitstrekten, graasden en loeiden de runderen, en blaatten de schapen, terwijl zij den dorst hunner lammeren leschten.

Dit bosch had zijn ontstaan louter te danken aan de depressie van den bodem. De stormen loeiden er overheen, zonder het te beroeren, en de neerslag van het hemelwater kon er zich verzamelen, om een soort van meer te vormen, welks water de aardkorst week en voor de wortels vruchtbaar maakte. Dat was de P'a mow, het Woud van het Water, waarheen de Groote Wolf zich begeven wilde.

Hoe gloeit de wilde strijdlust der ijzeren eeuw van tijd tot tijd op in stalen helmen en vaste halsbergen en scherpe Beiersche zwaarden, die door helmen bijten; hoe vlamt die strijdlust op uit verzen als: Ha! hoe kletterden de wapenen Toen de rossen op elkander in vlogen, Legerhoornen loeiden, Beken bloeds vloten.

Op zekeren avond was de geheele familie in de woonhalle vergaderd, de koeien loeiden in de stallen, die aan het huis paalden, de groote hond liep van Reinilde naar Bertha en een knetterend vuur brandde in den haard.

Breed, machtig en gestadig had de Bamiswind dagen over de aarde gezwollen, nevel en prikregen meejagend in zijn groot geweld. Dagen achtereen stonden de koppen der boomen gebogen, de blaren omgeslagen en het gers plat op den grond. Dan kwam de mist de blaren rotten, en de koeien loeiden naar den warmen stal. Binstdien vierden Pallieter en Marieke in hun huis hun jeugdig liefdefeest.

Toen blaften zij allen voor de pret soms mee, waarbij de honden nog razender werden en door hun woest gebrul de koeien wakker maakten, die dan klagend even loeiden, terwijl de hanen eensklaps schel-klaroenend aan het kraaien gingen.

De zon kon op de boomen nog niet schijnen, maar van achter het onzichtbare bosch bolde alreeds een breede wind, die openingen draaide in den doom; en de boomen begonnen te klepperen. Ommiste koeien loeiden naar malkander.

De band tusschen moeder en zoon, tusschen broeder en zuster wordt in die liederen, waarin de Russische Kozak, als met een soort van voorgevoel, zijn dood op het slagveld bezingt, als een dikwijls wederkeerend onderwerp, zeer treffend geschilderd: Toen stormen loeiden en 't gras zich bewoog, Lag stervend en bleek een Kozak op den grond, Met zijn hoofd geleund op een struikje, dat boog, Met zijn oog gericht op de heide in 't rond.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek