Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


Totale lengte 17, staartlengte 4 cM. Verwarring van den IJsvogel met een anderen Europeeschen Vogel is niet wel mogelijk; wel gelijkt hij op eenige uitheemsche soorten van zijn familie. Geheel Europa, van Jutland, de Deensche eilanden, Lijfland en Estland af en verder zuidwaarts, alsmede het westelijke deel van Middel-Azië zijn het vaderland van onzen IJsvogel.

De Zuidelijke grens, tot waar deze Baltische Finnen de grondbevolking uitmaken, loopt nu tot eene lijn, welke van het Zuidelijk uiteinde van het meer Peipus, westwaarts door het midden van Lijfland kan getrokken worden.

Men vindt in de Noordelijkste punten van Koerland, en ook in het Zuidelijke of Lettische gedeelte van Lijfland, eenige kleine districten, in welke, midden onder de Letten, overblijfselen der oude Finsche Koeren en Liven tot op den nieuweren tijd toe leefden. Doch ook bij deze Finsche overblijfselen krijgen Lettische taal en zeden de overhand.

Behalve in deze onder zeer streng toezicht geplaatste wildparken vindt men den Eland in alle op hoogeren breedtegraad gelegen, boschrijke landen van Europa en Azië. In ons werelddeel is hij beperkt tot de Baltische laaglanden, derhalve tot Oost-Pruisen, Littauen, Koerland en Lijfland, en bewoont bovendien Zweden en Noorwegen en eenige streken van Rusland.

In het Noorden waar het klein wild talrijk, het groot wild schaarsch is, veroorzaakt de Los betrekkelijk weinig schade. In de gematigde gewesten daarentegen maakt hij zich zoowel bij den jager als bij den herder gehaat, niet alleen omdat hij veel meer dieren doodt, dan hij voor zijn voeding noodig heeft, maar ook omdat hij van een prooi slechts het bloed oplekt en het lekkerste stukje eet, het overige echter liggen laat ten buit voor de Wolven of Vossen. Hier keert hij hoogst zelden tot het door hem gedoode dier terug; wel doet hij dit, in streken, die arm aan wild zijn, zooals Lijfland; zelfs zoo, dat hij gedurende eenigen tijd in de nabuurschap blijft en de jacht nagenoeg geheel schijnt te laten varen. Geheel anders gedraagt hij zich in streken, die rijk zijn aan wild en vee. In de Zwitsersche Alpen beloert hij, volgens Schinz, Dassen, Marmotten, Hazen, Konijnen en Muizen, sluipt de Reeën in het bosch, de Gemzen op de Alpen na, overvalt Woer-, Berk-, Hazel- en Sneeuwhoenderen en onderneemt rooftochten tegen de Schapen, Geiten en Kalveren. Volgens Bechstein doodde een Los in één nacht 35 Schapen, volgens Schinz moordde een dergelijk Roofdier in nog korter tijd er 30

In hoofdzaak bestaat hier niets meer van hen dan de landnamen Koerland en Lijfland, die niet van de Letten ontleend, maar van Finschen oorsprong zouden zijn. Het is een overoude naam, dien de Germanen voor alle Oostwaarts van hen wonende kustvolken der Baltische zee gebruikten, die bij Tacitus reeds bekend was en die nu, in de zooeven aangegevene nauwe grenzen, nog in zwang is gebleven.

Ook in Lijfland wordt het Lossenvleesch door vele menschen niet alleen uit den minderen, maar ook uit den gegoeden stand gaarne gegeten en zelfs gezocht. Het is malsch en licht van kleur, gelijkt op het beste kalfsvleesch en heeft geen onaangenamen wildsmaak, het komt in dit opzicht nog het meest met dat van den Woerhaan overeen.

Ofschoon zij in Litauen zelf den Katholieken godsdienst, in Pruissen, Koer- en Lijfland echter het protestantisme omhelsden, en ofschoon onder hen zelven menige stam-verscheidenheid en tallooze variaties in tongval, kleeding en gebruiken bestaan, zoo zijn toch nog heden ten dage alle opmerkingen, die men over hen gemaakt heeft, zoowel over de Litauers, die voor de poorten van Koningsbergen wonen, als over die aan den Duna en aan het Peipus-meer, alsook over die bij Wilna en aan den Niemen, zoo bijzonder overeenstemmend, dat men wel inziet, dat men overal splinters van hetzelfde blok, een en dezelfde nationaliteit voor oogen heeft.

Even als in het eigenlijke Litauen, vele in dat land te huis behoorende geslachten in het Polendom opgingen, zoo zijn in het Letten-land, dat is in Koer- en Lijfland, ten minste menigen in het Duitschdom opgegaan. Het Duitsch sprekende burgerlijke gedeelte der bevolking van de steden dezer Lettische landstreek, is gedeeltelijk van Lettische afkomst.

Veelvuldig en bij allerlei gelegenheden ziet men dus karavanen sleden en wagens door het land trekken, en bereden mannen, knapen en vrouwen over de velden jagen. En dit is niet alleen van toepassing op Koer- en Lijfland en op de Russische Litauers, maar dergelijke tooneelen en zeden neemt men ook in Oost-Pruissen waar.

Woord Van De Dag

ach-stv

Anderen Op Zoek