Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 oktober 2025


Een gedeelte van dit dek blijft vrij: Lejanne en ik zullen daar, onder het dak van palmbladen, dat ongeveer een derde van ons vaartuig overdekt, eene schuilplaats kunnen vinden tegen de brandende zonnestralen. Deze prauw is wel wat zwaar voor twee roeiers; gaarne zouden wij een onzer kloeke Piapocos overhalen om met ons te gaan, maar zij zijn daartoe niet te bewegen.

Wij bespeuren op den grond eene mat van palmbladen, die over hoepels is gespannen en waarschijnlijk als bedekking moet dienen voor eene groote prauw; vervolgens eene hut, waarvan het overhangende dak te midden van het groen ons aan een chalet denken doet. Lejanne vuurt tweemaal zijn geweer af, terwijl Apatoe met mij in de prauw stapt en mij haastig naar de hut roeit.

De bamboes worden buitengewoon talrijk en vormen een wal langs de beide oevers; telkens en telkens moeten wij oppassen om niet in aanraking te komen met hunne over de rivier gebogen stengels, zoo zwaar en dik als ik ze nog nooit gezien heb. Lejanne verzekert mij, dat de bamboes van Cochinchina, hoewel even hoog als dezen, daarbij niet in vergelijking komen wat den omvang betreft.

Wij beginnen nu op onze beurt een ernstig woordje te spreken. Lejanne maakt zijn geweer gereed en ik haal mijn revolver voor den dag: wij bevelen hun aanstonds te doen wat wij verlangen. Dit helpt; zij nemen de manden met vruchten en koeken op en gaan op weg naar de aanlegplaats. Lejanne vestigt er mijne aandacht op, dat zij ons op de vaart naar het vlot zouden kunnen doen omkantelen.

In den morgen van den twee-en-twintigsten bemerken wij een prachtigen jaguar, die rustig onder het kreupelhout langs den oever ligt. Ieder weet, dat op het water de voorwerpen veel dichter bij schijnen dan zij inderdaad zijn. Lejanne zendt op den jaguar een kogel af, die hem niet treft. Hoogstens heeft het schot hem eenigszins verschrikt; onbewegelijk blijft hij ons aanstaren.

Ik keer naar den oever terug, en wandel daarop met Lejanne weer naar het dorp om eenige inkoopen te doen. Wij vermaken ons kostelijk met de onhandigheid van twee winkelbedienden, die tot drie malen toe het bedrag optellen en telkens eene andere uitkomst krijgen. De meester van den winkel moet hun eindelijk te hulp komen.

Eindelijk slaagt Apatou er in, de lijn vast te maken; maar het water stroomt over het vlot en maakt de bagage nat. De lijn is aan de voorzijde van het vlot vastgemaakt, en ik vrees dat de lianen daar zullen scheuren. Lejanne, die hetzelfde vreest, heeft zich naar achteren begeven, om eenige takken te grijpen, waaraan ook een touw kan worden bevestigd, om alzoo de spanning te verdeelen.

Ik koop er eenigen, die Lejanne uitteekent, eer zij gekookt worden. Onze makkers zijn inmiddels ook aangekomen, en weldra smullen wij aan gekookte en gebakken visschen, welke de vrouwen voor ons hebben klaargemaakt.

Nadat wij in den morgen eenige waarnemingen gedaan en andere werkzaamheden verricht hadden, gingen wij weder op weg. Omstreeks vijf uur in den namiddag bespeurden wij een aantal couicouis op een boom langs den oever. Lejanne wil ons een dezer vogels bezorgen. Wij gaan dus aan land: het wordt ook tijd om ons kamp op te slaan.

Inmiddels gaat Apatoe het bosch in, om te zien of hij eenig wild machtig kan worden. Hij keert zonder wild terug, maar hij heeft ook hier denzelfden strychnos gevonden, dien Lejanne aan de oevers van de Cabullero heeft aangetroffen; doch ook nu gelukt het ons niet, bloesems of vruchten van die plant op te sporen, hoewel wij er twee uren lang naar zoeken.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek