Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


En het gevoel dat de baronnen als »mensen" tegenover hun leenheer stonden hoe gemakkelik liet zich dat niet verklaren tot trouw jegens den Hemelheer?

Zeker is het, dat Graaf Floris zijn aanspraak op den tytel van Leenheer niet bloot uit die opdracht ontleende, maar uit een gift, hem door Diederik, Grave van Kleef, in 1290 gedaan. Immers volgends de oude overlevering berustte, als wy gezien hebben, het leenrecht by dezen. Intusschen, de verknochtheid van Heusden aan zijn nieuwen Leenheer was niet van langen duur.

Behalve over het erfdeel zijner vaderen, voerde de jonge graaf het bestuur over een aanzienlijk grondgebied, dat behoorde aan zijn leenheer, hertog Morgan. Deze laatste nu werd door het gansche volk gehaat en gevreesd om zijne hardheid en wreedheid, geen wonder dus dat Rivalin steeds op middelen zon, om zich van den drukkenden last van zijn leenmanschap te bevrijden.

Maar toen de ridder den bisschop de helft van het vat als avonddrank, die bevorderlijk voor den slaap was, aanbood, reikte de heer Anselmus hem zijn hand als leenheer, waarbij de heer Kunz vrijwillig de belofte aflegde, in het vervolg alles, behalve den bisschoppelijken Aszmannshäuser te rooven. Rolandseck Ridder Roland Keizer Karel de Groote werd door een menigte sterke helden omgeven.

Op die wijze verzamelt de Vlaamse adel zich aan de grafelike hoven van Ardres, St. Pol, Boulogne of aan het hof van den leenheer te Atrecht of Brugge, de adel van Champagne aan het hof te Troyes, in Provence, te Brienne of Bar; de adel van Languedoc aan de hoven te Toulouse, Narbonne en Beziers.

Toen hij mij oplegde de rekeningen van de besturen der Gemeenten te vragen, heb ik, als een trouw Leenheer, aan zijn eis willen voldoen. Brugge heeft geweigerd mij te gehoorzamen en mijn onderdanen zijn tegen mij opgestaan.

Toen rees de Graaf op, uit eerbied voor zijn Leenheer, wien deze Dignitarissen vertegenwoordigden: en nu gaf hem de eerstgemelde Rijksvorst in een lange en sierlijke aanspraak te kennen, dat de Keizer, getroffen door zijn schitterende verdiensten, en hem een blijk zijner hooge achting willende geven, hem de Hertogelijke kroon had toegedacht, welk gunstbewijs hij zich vleide, dat door den Graaf met dankbaarheid en welwillendheid zou worden aanvaard.

In vroeger eeuwen was Waterland een van de drie baljuwschappen waarin weleer het Noorderkwartier, de latere provincie Noord-Holland, werd verdeeld, eene heerlijkheid, waarvan de bisschop van Utrecht zich als leenheer beschouwde en die aan het oud-adellijke geslacht van Persyn behoorde.

Toen echter zegevierde zijn luchthartigheid en met vroolijke onderwerping beval hij den heer uit het heilige Keulen naar behooren te ontvangen. Den heer Anselm en zijn gevolg viel dus een waardige ontvangst ten deel. Door ridderlijke gastvrijheid moest de hoogeerwaarde leenheer en edele voogd van jonkvrouw Adelgonde zooveel mogelijk voor het geleden onrecht schadeloos gesteld worden.

Vóor dien tijd had hy ook bezittingen in Holland verkregen: de Heerlijkheid Purmerende, die hy in 1431 van den Ridder van Sijl had gekocht. Onder hem raakte ook de verhouding van den Leenheer tot den Leenman, van den Bisschop van Utrecht tot den Burchtgraaf van Montfoort, in eene omgekeerde verhouding van wat zy te voren geweest was.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek