Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 mei 2025


Mogt het sap te dun zijn, dan roert men er een lepeltje paarlsago of aardappelmeel in; men kleurt ze met cochenille. Compote van meloen. De meloen wordt aan lange stukken gesneden, die men schilt en in water met witten wijn, suiker en goed wat citroenschijven zacht kookt; het nat laat men tot op weinig verkoken. Compote van kweeën.

Deeg, volgens No. 2 of 7, wordt in kleine vormpjes gelegd. Kweeën kookt men, met de schil zeer zacht en evenveel zure appelen worden, ook met de schil, in heete asch gebraden; dan trekt men van beiden de schillen af, ontdoet ze van klokhuizen, en roert het vleesch dooreen met suiker, citroensap en schil.

De pruimen moeten in steenen potten worden bewaard. Gedroogde appelen. Men neemt rijpe appelen, die door het liggen reeds eenigzins zacht zijn geworden, schilt ze, boort ze uit, en droogt ze in een matig gestookten oven. Gedroogde blaauwbessen. De bessen worden goed verlezen, dan dun uitgespreid, en eenvoudig in de zon gedroogd. Gedroogde kweeën.

Hierin laat men nu de kweeën geheel gaar koken, legt ze met nagelen en stukjes kaneel in de flesch, kookt het sap dik, en giet het laauw over de vruchten, die er goed door bedekt moeten zijn. Ingeval men gaarne een zuurachtigen smaak aan de kweeën heeft, kan men bij 5 o. sap het sap van 1 citroen voegen. Kweegelei.

Na verloop van dien tijd neemt men ze er uit en legt ze in eene flesch; de suiker laat men stroopig koken en vermengt haar dan met zooveel cognac als noodig is om de vruchten te bedekken. Kweeën in cognac. De kweeën worden geschild, in achtsteparten gesneden, van de klokhuizen gezuiverd en in koud water geworpen.

Intusschen maakt men water aan de kook, schudt daar de kweeën in, en laat ze mede koken, tot men ze gemakkelijk kan doorsteken; week worden mogen zij echter niet. Dan worden zij er met een schuimspaan uitgenomen en op een doorslag gelegd; als zij goed zijn uitgelekt, steekt men op ieder stuk een snippertje citroenschil en een stukje pijpkaneel.

Men kookt de vruchten in water, tot zij week zijn, schilt ze en raspt ze tot op het steenachtige klokhuis. Bij 5 o. van dit geraspte voegt men 3 o., 7 1/2 l. suiker, het sap en de fijngesneden schil van 1 citroen, en laat het op een zacht vuur, onder bestendig roeren, dik worden. Kweebrood. De kweeën worden ongeschild in water week gekookt, dan geschild en tot op het klokhuis geraspt.

Men weegt het geraspte, en neemt hetzelfde gewigt aan suiker, die men klaart en dan, met wat kaneel en citroenschil, bij de kweeën voegt, om alles, onder gedurig roeren, zeer stijf te laten koken. Daarna schept men het in papieren doozen en laat het in een bekoelden oven droogen.

De kweeën worden afgeveegd en dan ongeschild geraspt tot op het steenachtige klokhuis; men wringt ze vervolgens door een doek en laat het sap een nacht staan om te bezinken. Dan giet men het voorzigtig af, en neemt voor 1/2 kan helder nat 5 o. suiker, die men met ruim 2 m. water klaart en kookt, tot men er een draad van trekken kan.

In de schaduw van zeer vele reusachtige platanen stonden tallooze struiken en boompjes van kweeën, waartusschen de grond plat getrapt was. Sporen waren er dus genoeg, maar geen enkel, dat eigenaardig genoeg was om het later uit andere te herkennen. Onverrichter zake gingen wij dus weer op weg. De regen had den grond zóó week gemaakt, dat het niets geen moeite kostte het spoor te volgen.

Woord Van De Dag

ach-stv

Anderen Op Zoek