Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Men kookt de vruchten in water, tot zij week zijn, schilt ze en raspt ze tot op het steenachtige klokhuis. Bij 5 o. van dit geraspte voegt men 3 o., 7 1/2 l. suiker, het sap en de fijngesneden schil van 1 citroen, en laat het op een zacht vuur, onder bestendig roeren, dik worden. Kweebrood. De kweeën worden ongeschild in water week gekookt, dan geschild en tot op het klokhuis geraspt.

Men neemt kleine champignons die nog gesloten zijn, snijdt de stelen er af, wascht ze ongeschild in koud water, en laat ze op een doek droogen. Als zij beginnen sap los te laten, moet men ze afnemen en in kleine potjes leggen, met de boter er overgegoten, zoodat zij eenige vingersbreed onderstaan, en als zij geheel koud zijn, strooit men over de gestolde boter een dikke laag droog zout.

De aardappelen worden ongeschild met zout gekookt; dan trekt men de schil er af, snijdt ze warm aan dunne schijfjes, en laat ze, toegedekt onder kokend water staan, tot de saus gereed is.

Men snijdt van goed gewasschen rijpe kweeperen steel en bloesem weg, snijdt ze ongeschild in kleine stukjes, laat ze gaar stoven in weinig water met wat suiker. Vervolgens wrijft men ze door een zeef, doet er wat maizena door, dat men met wat koud water heeft aangemengd, lengt vervolgens onder gestadig roeren het nat met zooveel kokend water aan, tot zich een dikke lijmige saus heeft gevormd.

De kweeën worden afgeveegd en dan ongeschild geraspt tot op het steenachtige klokhuis; men wringt ze vervolgens door een doek en laat het sap een nacht staan om te bezinken. Dan giet men het voorzigtig af, en neemt voor 1/2 kan helder nat 5 o. suiker, die men met ruim 2 m. water klaart en kookt, tot men er een draad van trekken kan.

Door te lang te koken, zou de gelei hare schoone roode kleur verliezen, en toch moet zij stijf genoeg worden, zoodat men, voor alle zekerheid, tusschenbeide de proef met een druppel op een koud bord moet nemen. Appelgelei. Dan worden ze in vierdeparten gesneden, van de klokhuizen ontdaan en, ongeschild, met zooveel water dat zij goed onderliggen, te vuur gezet om gaar te koken.

De peren moeten, nadat zij geplukt zijn, acht dagen blijven liggen, en dan worden zij, schoon gewasschen zijnde, ongeschild, in water ruim gekookt, tot men ze met een rietje kan doorsteken; maar zij mogen niet week worden. Men neemt ze er dan uit, en legt ze tot den volgenden morgen naast elkander op eene zuivere plank.

Aan tafel placht Suso, als hij een appel at, dien in vieren te snijden: drie partjes at hij in naam der Drieëenheid en het vierde at hij "in der minne, als diu himelsch muter irem zarten kindlein Jesus ein epfelli gab ze essen", en daarom at hij dat vierde partje met de schil, want kleine jongens eten appels ongeschild.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek