Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
De verhouding van den minne zoekenden man tot de vrouw die hij wenscht, wordt voorgesteld als een dienst: zij is de meesteres, hij de dienaar. Telkens is ook in deze liederen sprake van dienen en dienst. De minne wordt verheerlijkt: Von minne kumet uns allez guot: diu minne machet reinen muot. Waz solte ich sunder minne dan?
Diegenen, die nu te Diu wonen, kunnen zelfs niet op die afkomst bogen. Eerst op het eind der 18de eeuw kwamen Parsi's uit Surate zich voor zaken vestigen in Kathiawar.
Non enim parum cognosse; sed in parum cognita stulté et diu perseverasse, turpe est. CICERO de Invent. Ik verzogt hem voords zijn woord te willen houden, en mij zijne Bibliotheek nog eens even te willen toonen; 't welk hij bereidwillig aangenoomen hebbende, met ons in een fraaije lichte en lugtige kamer tradt, doch alles gelijk met den grond.
Of de vrouw is verlaten achtergebleven en klaagt dat nu de lindebomen kaal zijn, dat haar geliefde, een onervaren jongen, in het net van andere vrouwen verward is geraakt, ofschoon God weet dat zij dat »ich im diu holdeste bin". Zij staat op de tinnen van het kasteel en kijkt hem achterna nu hij wegrijdt; de valk die zij voor hem had afgericht, is nu ook van haar weggevlogen.
Al ontbreekt het in die vertaalde werken niet aan bespiegelingen zooals b.v. in het tractaat Diu zeichen eines warhaften grundes, zoo schijnen toch vooral de exempelen en verhalen met practische strekking hier in den smaak te zijn gevallen.
Die maatregel heeft de gewoonte in het geheele schiereiland uitgeroeid. De Parsi's zijn niet talrijk in Kathiawar, zoo ongeveer een duizendtal zijn er; zij zijn niet de afstammelingen van de eerste groep emigranten, die in de 7de eeuw uit Perzië uitweken en vijftien jaren lang gevestigd waren te Diu, voordat ze aan de westkust van Goedsjerat kwamen.
Ze waren afkomstig uit de bergachtige districten van Khorassan; na een verblijf van negentien jaren aan de kust van Kathiawar op de plek, waar nu de stad Diu ligt, zetten ze koers naar Gudsjerat, waar ze door den vorst, die daar toen regeerde, Jadi Rana, vriendelijk werden ontvangen en tegen enkele concessies van hun zijde, wat de kleeding en de gebruiken betreft, de vergunning kregen, zich in zijn gebied te vestigen en vrijelijk hun eeredienst uit te oefenen.
Daarom wendt zijn gedicht zich niet tot de velen die alleen vreugde vragen en genot; alleen tot die uitverkorenen die »diu senfte herzesmerzen" kennen, tot »den edelen senedæren", de edele verlangende gemoederen die het zoete van de liefde kennen, alleen tot troost voor hen en om een ogenblik slechts de zware smart van hen af te wentelen, vertelt hij van Tristan, van hem wien het gegeven was in volle mate twee dingen te bereiken: lijden en geluk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek