United States or Slovenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op 50 p. vleesch of spek neemt men 3 1/2 p. zout, 3 o., 7 1/2 l. kandijsuiker, 5 l. salpeter en 15 k. water, dat men alles te zamen kookt en koud geworden op het vleesch giet. Een enkel stuk pekelvleesch.

Er staat geschreven: Wie aan den arme geeft, leent aan God: dappere krijgslieden, en gij ook, schoone damen, leent aan God: 't is te zeggen, geeft mij brood, vleesch, wijn, bier, als gij wilt, en de taartjes die gij missen kunt, en God, die rijk is, zal U alles dobbel teruggeven, met dozijnen ortolanen, beken malvezij, bergen kandijsuiker en rijstpap, die gij in 't hemelrijk zult eten met zilveren lepels.

Zij wachten heur, maar zij kan uit het water niet weg, zoo goed, zoo koel is het daar. Zij weet niet, de arme ziele, dat daarboven heerlijke geurige baden heur wachten, in dewelke groote stukken kandijsuiker drijven, en die koel zijn als ijs. Daar komt een haai: zij vreest hem niet. Zij klimt op zijnen rug, maar hij voelt heur niet; zij wil met hem in 't diepste der zee dringen.

Fransche notenlikeur. 30 stuks walnoten, die omstreeks St. Dan filtreert men het door een wollen lapje, voegt er wat kandijsuiker bij, en laat de likeur daarmede nog eenige dagen staan, vóórdat men die in de flesschen doet. Aardbezielikeur. Men vult eene flesch voor de helft met aardbeziën, en voor de andere helft met gestooten kandij, terwijl men die verder vol giet met brandewijn of arak.

Zij vindt daar al heure vrienden en magen terug, behalve diegenen, die de aflaten en Onze Moeder de Heilige Kerke versmaadden en branden in het diepste der helle. En dat voor altijd, altijd, altijd, in de eeuwigheid der eeuwigheden. Maar de andere ziele, zij is bij den Heere; zij verkwikt zich in welriekende baden en knabbelt kandijsuiker.

Onder een mooien plataan, aan den oever der rivier, was een kleine brandstapel opgericht, en elken dag werden in de vlammen bloemen, vruchten, gesmolten boter, honig, rijst, maïs, kandijsuiker en dergelijke begeerlijkheden geworpen. Aan den voet van den boom klonken steeds liederen uit den mond van godsdienstige zangers, en eentonig stegen de beden omhoog van den dienstdoenden priester.

En als hij wat heesch is legt gij een stuksken kalissiehout in zijn "èzer", of als het een valling is dan doet ge eenige druppelen vijgensap in zijn drinken... Als ze vreetziekte hebben moet het aluin of staal zijn, voor den afgang melk en voor de hardlijvigheid kandijsuiker en saffraan... Kan een kanarievogel...

Ik ben verplicht er bij te voegen, dat men zelfs in zekere mate geslaagd is, Despretz heeft in 1853, en nu nog kort geleden in Engeland een ander geleerde, diamantstof verkregen, door cilinders van koolstof, die van iedere mineralische stof gezuiverd en van kandijsuiker vervaardigd waren, aan een zeer sterken elektrischen stroom in het luchtledige te onderwerpen.