United States or Romania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wees dus voorzichtiger dan Hilbert, als ge uw Japikje op tijd wilt krijgen; en trek uw Zondagsche pak aan. Het is de moraal van deze historie, en een andere moraal is er niet te vinden. Het Vrouwenzand Een paleis van prinsen, hertogen en koningen is geweest in de stad Stavoren, en de deuren der burgerhuizen waren van zuiver goud.

De Zaterdagavond verscheen, of hij nimmer geaarzeld had, en Hilbert liep over het Ellertsveld, naar Japikje toe. Ze wachtte hem reeds. De avond was donker. En ach, wat de uren in de afgeloopen week verzuimd hadden, haalden ze nu in. In een oogenblik vervloeide de donkere avond in den duisterder nacht.

Van de andere zijde kwam Japikje, en ook zij dacht aan niets. Toen ontmoetten zij elkander, en beiden dachten ongeveer hetzelfde. Hilbert peinsde: "Dat is een aardig wicht, om een poossien mee te vrijen." En Japikje dacht: "Dat is een aardige vent, en vroeg hij me maar, om een poossien te vrijen."

't was in de Mei dat Hilbert zich weder op weg begaf, naar Japikje toe, in het Noorden van het veld. Hoe Hilbert gekleed was? Niet op zijn piekfijnst! In zijn daagsche plunje. Zijn Zondagsche pak droeg hij over den arm, want dat wilde hij eerst aantrekken, als hij Japikje's huis zou naderen, want 't stoof leelijk op het witte land, en zóó kwam hij er des te beter aan.

"Mij dunkt, dat 't Japikje is ...." "Met een vrijer." "Was maar wat vroeger gekomen, dan had jij haar eerder gezien." "Stil! stil! ze hoort ons." "Ze zijn daar menaer aan 't smokken." "Mien dunkt dat ook." Ze slopen weg, als twee vossen, die niet bij een kippenhok kunnen komen. Ze liepen met groote passen over het Ellertsveld, den genadenloozen lach van het minnend paar achter hen.

Hilbert kwam uit het Zuiden van 't Ellertsveld, waar de manskerels niet voor een klein geruchtje vervaard zijn, en Japikje uit 't Noorden, waar de wichten zich niet laten kennen. Ze gingen elkander voorbij, en Japikje zong: "Moeder zet mien mussien teregt, t' Aovend kump mien vraoijer, Komp ie niet, ik hael um niet, Al komp ie van mien levent niet."

"Jullie moeten eens weer de klok luiden, domme rogstekers!" Sindsdien heeten de lui van Weert alom in het land van Brabant en Limburg: "de rogstekers," en ze zullen dien naam behouden, zoolang Weert Weert blijft. Kabouterwraak of de vrijage van Hilbert en Japikje Ze konden bij malkander niet komen .... Hilbert liep fluitend over 't Ellertsveld, en hij dacht aan niets.

't Klonk niets anders in zijn geest dan "Japikje, Japikje" en "wat duurt een jaar toch lang."