Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 oktober 2025


IIIe Zang. vs 31, 33, bl. 36, rl 9, 11 v. b. Men reikt zich de handen, omhelst zich. Men ziet hier herhaaldelijk B. het wederk. v. n. gebruiken, waar, in onze proza althans, elkander vereischt wordt. IIIe Zang, vs 36, volgg. bl. 36, rl 14 v. b. De afgrond zag met onuitspreekbre smarten Den vreê herrezen; maar 't vooruitgezicht getroost, Voorspelt zy uit dien vreê 't verderf van Adams kroost.

De Hel, ofschoon voor het oogenblik gekweld door het denkbeeld van vrede, neemt het aan, althans wat hare meer verziende leden aangaat: in "'t vooruitgezicht getroost" op de gevolgen van dien vrede, als kunnende deze leiden tot een meer algemeen verderf over het menschdom te brengen dan uit den ontvlamden burgerkrijg te wachten was. IIIe Zang, vs 53, bl. 36, rl 9 v. o.

We ontmoeten u als lot- en lotgenoot. Eigenaardige spreekwijze, om te kennen te geven; "als deelgenooten van uw lot, zooals gij het van het onze zijt." IIIe Zang, vs 95, bl. 37 rl 4 v. o. 't Is afgrond, waar de spijt een hel in 't hart doet branden. De "Spijt" is hier het juiste woord om den gekrenkten trots over het, verbanningsvonnis uit te drukken.

Maar de laatste verzen dier rede zijn eens duivels, niet van een verbannen Paradijsgeest, en doen te kort aan het onderscheid, dat in de schildering dier verschillende wezens moest bestaan. IIIe Zang, vs. 255, bl. 42, rl 5 v. b. Bezadigdheid en list zijn veiligst. Hier wordt de aanleg van den knoop des gedichts aangekondigd.

Sedert heb ik de fragmenten nog eens met het origineel vergeleken in de uitgave van BARTSCH: Der Nibelunge Nôt. Vgl. Middelned. Ep. Fragmenten, bl. 9-32; het genoemde stuk van Dr. FRANTZEN in De Gids en de uitgave van E. MARTIN in Quellen und Forschungen, 65. Heft. Vgl. Mnl. Ep. Fragmenten, bl. 10. Volgens de juiste opmerking van Dr. FRANTZEN, t.a.p. Sp. Hist., IIIe Deel, bl. 170, 204. Vgl.

IIIe Zang, vs. 571, bl. 50, rl. 10 v. o. Ja, 't was mijn afscheidskus, 'k verlaat u dierbre sponde

Maar Dido had wel wat andere reden tot klagen dan Zilfa, en daarom is haar gevoelsuitstorting hoogst aandoenlijk, en deze is het volstrekt niet. Ik moet hier de vraag stellen: hoe kon onze groote dichter die uitstorting van vrouwelijke zwakheid hier plaatsen, zoo dit karakter niet bestemd was tot een schakel in de reeks der gebeurtenissen van zijn gedicht. IIIe Zang, vs. 600, bl. 51, rl. 17 v. o.

Wysgeeren maar ze moesten 'n stelsel hebben dokters met één paard, en dichters kwamen later. Heel laag daaronder, en vry naby de mosselen, had-i de zevende onderafdeeling geplaatst der III klasse van den burgerstand, en in die buurt hoorde myn held thuis. BURGERSTAND, IIIe KLASSE, ZEVENDE ONDERAFDEELING. Burgermenschen "op kamers" wonende. Drie ramen. Twee verdiepingen met achterkamers.

B. heeft te recht, als uit de variante blijkt, verbeterd: "des vaders". "Zijns" zou op den "bloedvlek" slaan, waarvan de vermelding onmiddellijk voorafgaat. Ie Zang, vs 164, bl. 5, rl 5 v. o. In honderden van vesten. Men denke hier niet aan steden; dat buitensporig zou zijn; maar aan versterkte plaatsen: castella, castra. Zooals Segol er een beschrijft, IIIe Zang, vs 555, volgg.

Het verdient opmerking, hoe hier B. op het woord "Afgrond" het vrouwelijk voornaamw. toepast, niet uit verzinning, zooals genoegzaam blijkt uit den IVen Zang, vs 325; noch door gedachteverwisseling met het woord "Hel"; maar omdat in het nederduitsch, daar waar de persoonsverbeelding de woorden als belichaamt, zij bij voorkeur als vrouwelijk verschijnen. IIIe Zang, vs 37, bl. 36, rl 15, v. b.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek