Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 oktober 2025


~Aangezicht~ is de algemeene en gewone benaming, terwijl ~gelaat~ edeler is als uitdrukking van het karakter. Men heeft bijv. pijn in het ~aangezicht~ en niet in het ~gelaat~. Men leest ontroering zoowel op iemands ~aangezicht~, als op zijn ~gelaat~, hoewel dit laatste eigenaardiger en gepaster is, als uitdrukking der gemoedsbeweging.

Een voorgevoel hebben, dat men bedrogen wordt. Alle drie drukken uit, dat men niet zeker is, of iemand ons bedriegen wil. ~Argwaan~ duidt vooral aan, dat men steeds bevreesd is door ieder bedrogen te zullen worden; argwanend te zijn ligt dus meer in iemands karakter. ~Achterdocht~ onderstelt, dat men tegen een bepaald persoon zulk een argwaan meent te moeten koesteren.

Vooral met het oog op den duur van dit recht is het wenschelijk een vasten regel te hebben; de meesten zijn het er over eens, dat het in elk geval voortduurt tot aan den dood van den briefschrijver; doch daar men meestal eerst na iemands overlijden tot het uitgeven zijner brieven overgaat, is het van groot belang te weten òf, en zoo ja hoe lang, het daarna nog ten bate der erfgenamen blijft voortduren.

"Maar," zal iemand mij toevoegen, "gij cantator temporis acti! was het dan, in vroeger tijd, toen er nog geen huisnummers bestonden, nog niet veel moeilijker iemands woning te vinden?"

191bis. Geheim heimelijk. Wat voor anderen verborgen moet blijven. Achten waardeeren. De waarde van iemand of iets erkennen. ~Waardeeren~ zegt men van alles, wat waarde voor ons heeft, wat men op prijs wil stellen: iemands moeite ~waardeeren~; gij moogt dit mooie weer wel ~waardeeren~. ~Achten~ doet men alleen menschen en wel om hun zedelijke waarde of maatschappelijke betrekking.

De werking der wet van geschiktmaking tracht echter dan de toeneming van beiden tegen te gaan, daar zij iemands positie, en te gelijk de gevoelens die men hem toedraagt, tot zekere gemiddelden tracht te brengen. Met betrekking tot derzelver oorzaken staan de werkingen der hartstogten zie blz. 267 in dezelfde verhouding als de daden gedaan tengevolge van redeneringen.

Gij praat of gij vijftig waart." »Ik ben drie-en-dertig!" hernam zij zonder aarzelen. »Welnu, moet iemands lot, hetzij man of vrouw, dan reeds onherroepelijk vastgesteld zijn vóór zijn veertigste jaar?" »Voor anderen kan ik natuurlijk niet beslissen, maar wat mij betreft, ja! Ik weet voortaan waaraan ik mij te houden heb."

Maar is hier niemand, in huis, dien gij liefhebt en voor wien ik iets doen kan? Neen, antwoordde ik, zij die hier zijn, hebben niemand van noode. Zijn Soetkin en Uilenspiegel dan rijk? vroeg hij. Zij leven zonder iemands hulpe, antwoordde ik. Niettegenstaande de verbeurte? Daarop antwoordde ik dat gij liever de pijnbank onderstaan hadt, dan uwe have te laten ontnemen. Dat wist ik, sprak hij.

Van iemands vleesch en bloed zijn. Vloeken en zweren. Bij weêr en ontij. Iets doen uit wrok en nijd. Zang en dans, zang en spel. Zonde en jammer.

Nog sterker: Iemands leven kan een ononderbroken dwaling zijn; iemand kan een werkelijk groot man wezen en lijden aan deze eene tragische fout: dat hij zijn dienaren niet weet te kiezen. Deze fout zal zijn levenswerk verijdelen.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek