Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Hare rondreizende predikanten »celebreerden houwelijcken volgende de voirs. religie« en »vougden na den sermoenen oik eenige persoenen als in echten t'saemen«. In 1566, toen Margaretha hun vrije godsdienstoefening had toegestaan en zij enkele kerken in gebruik namen, was het dáár, dat men »bruyden troude«. Thans, als gevestigde kerk, handhaaft zij dit recht van huwelijkssluiting.

Om nu de openbare en wettige huwelijkssluiting voor te bereiden diende de verloving of ondertrouw. In onze wereld is verloving het eenigszins deftige woord voor engagement, eene voorloopige overeenkomst en verklaring van wederzijdsche genegenheid zonder eenige bindende kracht voor de wet. Dat was vroeger anders. Zij vormde toen deel der huwelijkshandeling en is met onzen ondertrouw te vergelijken.

Al heeft Luther's plastische wijze van uitdrukking hem onwaardige beoordeeling op den hals gehaald, het is waar, dat hij de voldoening der geslachtsdrift als huwelijksdoel zeer op den voorgrond stelt, dat hij, in zijn polemiek tegen het huwelijk als sacrament, te weinig waarde hecht aan de officiëele huwelijkssluiting, het vormloos huwelijk toelaat, al is het ook waar, dat hij later strenger de openbare verloving en huwelijksverklaring eischt.

Het was waar, dat iemand, om des huwelijks wil zich latende doopen, »gelijkewel met de wereld in 't wilde loopen kon«, maar de kerk kon niet meer doen dan »hem te onderwijzen in de leer der zaligheid, bevelende Gode de uitkomst, die een kenner der harten isIntusschen heeft de overheid ook in dezen niet toegegeven en bij hare huwelijkssluiting op al of niet gedoopt-zijn geenerlei acht geslagen.

Bij de huwelijkssluiting is de tegenwoordigheid van het meisje in 't geheel niet noodig. Alleen als zij vader, oom, noch broeder heeft, is hare tegenwoordigheid bij de huwelijkssluiting vereischt. Onze beschermers kunnen ons uithuwelijken aan wien zij willen. Alleen in één geval mogen onze ouders ons niet dwingen te trouwen, n.l. wanneer de huwelijkscandidaat van een minderen stand is dan wij.

Zonder zijne sterke hand zal de verwarring nooit ophouden, aangezien, zegt wederom Huig de Groot, het huwelijk is de grondwet der burgerlijke gemeenschap en omdat, naar de woorden van den remonstrantschen hoogleeraar Simon Episcopius, als er geen vaste huwelijksordening is, »is de policie niet als eene wildernisse ende de familiën zijn niet als verckensschotten«. Wenschte de gereformeerde kerk aldus, dat het huwelijk burgerlijk zou zijn, dit hield niet in, dat zij afstand begeerde te doen van haar recht op huwelijkssluiting.

Op één punt vallen zij reeds aanstonds samen: de wet wil met nadruk de openbare huwelijkssluiting, de volkszeden vragen het even nadrukkelijk: luidruchtig bruiloft vieren moet het zijn met gezang en gejuich, opdat de heele wereld wete, dat er een huwelijk gesloten wordt.

Op bevel van vader, oom of broer, moet 't jonge meisje klaar staan, een wildvreemden man te volgen, die niet zelden reeds vrouw en kinderen heeft. Naar haar opinie wordt niet gevraagd, zij heeft slechts te gehoorzamen. Bij een huwelijkssluiting is haar tegenwoordigheid niet vereischt, evenmin haar "ja".

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek