United States or Bahrain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eens op een avond was Hoïchi alleen in den tempel achtergelaten, en daar het een zeer warme avond was, bleef hij op de veranda zitten, waar hij herhaaldelijk op zijn biwa speelde. Terwijl hij daarmede druk bezig was, hoorde hij iemand naderen, die den kleinen achtertuin van den tempel overstak. Daarna riep een diepe stem van onder de veranda: "Hoïchi!" En nog eens klonk de stem: "Hoichi!"

Hij betreurde de stilzwijgendheid van Hoïchi en vreesde, dat er iets niet in den haak was, en dat misschien wel de blinde priester door booze geesten was betooverd geworden. Hij beval daarom de mannelijke bedienden, streng de wacht te houden over Hoïchi, en hem te volgen, als hij den volgenden nacht weer den tempel zou verlaten. Weer verliet Hoïchi zijn woning.

Die tektsten werden geschreven op zijn borst, hoofd, rug, gelaat, nek, beenen, armen en voeten, ja zelfs op de zolen van zijn voeten. Daarna sprak de priester: "Hoïchi, gij zult van nacht weer weggeroepen worden. Blijf stil zitten, zeg niets, en blijf voortdurend peinzen. Als gij die dingen doet, zal u geen kwaad overkomen."

Hij trok zijn sandalen aan en nam zijn biwa mede. Met ijzeren hand geleide hem de vreemdeling, en zij liepen haastig voort. Hoïchi hoorde wapengekletter naast zich; maar hij was geen oogenblik bevreesd, en hij verheugde zich in het vooruitzicht van de eer, zijn bekwaamheid te kunnen toonen voor een uitgezocht gezelschap. Toen hij aan de poort kwam, riep de vreemdeling luide: "Kaimon!"

De mannelijke bedienden staken haastig hun lantarens aan en volgden hem zoo haastig mogelijk; maar hoewel zij snel liepen, overal rondzagen en voortdurend onderzoek deden, gelukte het hun niet Hoïchi te ontdekken, of iets omtrent hem gewaar te worden.

Een oogenblik later werden Hoïchi de ooren van het hoofd getrokken, maar in weerwil van de vreeselijke pijn gaf de blinde priester geen geluid. Daarna vertrok de vreemdeling, en toen zijn voetstappen waren weggestorven, was het eenige geluid, dat Hoïchi hoorde, het druppelen van het bloed op de veranda, en zoo vond de priester bij zijn terugkomst den ongelukkigen man.

Hoïchi begon te zingen onder begeleiding van zijn biwa. Zijn bekwaamheid was zóó groot, dat de snaren van zijn muziekinstrument het geluid van roeiriemen, de beweging van schepen, het geschreeuw der bemanning, het geluid der zich verheffende baren en het snorren van pijlen schenen na te bootsen. Een zacht gemompel van goedkeuring begroette Hoïchi's prachtige voordracht.

Aan weerszijden van hem fonkelden geheimzinnige vlammen, als een groote menigte brandende kaarsen. "Hoïchi! Hoïchi!" riepen de mannen. "Houd onmiddellijk op met spelen! Gij zijt betooverd, Hoïchi!" Maar de blinde priester bleef doorspelen en zingen, naar het scheen, in een vreemden en ijselijken droomtoestand verkeerend. De mannelijke bedienden gingen toen tot krachtiger maatregelen over.

Hij heeft gehoord, hoe voortreffelijk gij het verhaal van den strijd voordraagt, en heeft mij bevolen, u vóór hem te geleiden, opdat gij hem uw bekwaamheid kunt toonen. Breng uw biwa mede en volg mij. Mijn meester en zijn doorluchtig gezelschap wachten op uw geëerde tegenwoordigheid." Hoïchi, die meende, dat de vreemdeling de één of andere edele samurai was, gehoorzaamde onmiddellijk.

"Ik moet zien, waar de kerel is". De vreemdeling sprong in de veranda en ging vóór Hoïchi staan, die over zijn geheele lichaam beefde, ontzet over den toestand. "Ha!" riep de vreemdeling. "Dit is de biwa, maar in plaats van den speler zie ik niets dan twee ooren! Nu begrijp ik, waarom hij niet antwoordde. Hij heeft geen mond, alleen zijn beide ooren! die ooren zal ik naar mijn meester brengen!"