United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze velden de naaldboomen, die het dichtst naast de elzen stonden, haalden water uit de beek, en goten het over den grond, en trokken het heikruid uit, opdat het vuur niet in de kleine takjes zou kunnen voortkruipen. Ook zij dachten alleen aan den boschbrand, die nu op hen aan kwam stormen. De vluchtende dieren sprongen tusschen hun voeten door, zonder dat zij ze zagen.

O, horizons van stille landlijkheid, Hoe lieflijk zijt gij voor 't vermoeide oog, Hoe heb ik vaak getuurd van uit het droog, Warm heikruid, naar uw dennen, wijd verspreid. Op een savane, geelheibruin, omrijd Door boschtheaters, beurend hoog Hun hoogsten top: 't was, of daar minder woog Wat als een steen vaak op het harte leit. Albert Rehm.

Pruiken heikruid werden onder hun hoeven losgescheurd, hun adem stond om hen heen als rook; uit hun keel drong zich een akelig gebrul, en het schuim vloeide hun over de borst. Op de heuvels in 't rond was het ademloos stil, terwijl de in 't strijden geoefende herten vochten. En bij alle dieren werd een nieuw gevoel wakker.

Schaamte en verdriet, omdat hij geen mensch meer was, overweldigden hem. Hij keerde zich om, en liep weg hij wist zelf niet waarheen. Maar een blijde ontmoeting wachtte den jongen, toen hij op de heide kwam. Want daar in het heikruid, kwam hem de witte ganzerik met Donsje tegemoet. Toen de witte den jongen zóó hard zag loopen, meende hij, dat gevaarlijke vijanden hem vervolgden.

Vader stond een poosje te kijken, en toen begon hij ook heikruid uit te trekken. Maar zoo'n beetje voor de grap. De kinderen waren de leermeesters, want zij waren al geoefend in de kunst. En ze wezen Vader en Moeder, hoe ze moesten doen. En nu ging 't zoo, dat alle volwassenen, die gekomen waren om naar de kinderen te kijken, aan 't werk gingen meêdoen.

Op de beste plaatsen waren de steenen met klei en zwaar grint bedekt, maar dat zag er zoo mager uit, dat het gemakkelijk te begrijpen was, dat er nauwelijks iets anders dan dennen, mos en heikruid kon groeien. Wat er in overvloed was dat was water.

Daardoor waren niet alleen de boomen verbrand, en alles wat er op het veld groeide; het heikruid en de boschbessen, het mos en de jeneverbes waren ook meê verbrand, en de aarde zelf, die den bergbodem bedekte, was na den brand droog en los asch geworden. Bij elke windvlaag dwarrelde het omhoog in de lucht, en daar de hoogte nog al in den wind lag, was de eene na de andere schoongewasschen.

Maar toen zagen ze, hoe de kinderen werkten, hoe sommige planten uitzetten, en andere voren maakten en zaaiden, en weer andere heikruid uitrukten, opdat het de kleine boompjes niet zou verstikken. En ze zagen, dat de kinderen het werk ernstig opnamen, en zóó vlijtig waren, dat ze nauwelijks tijd hadden om op te kijken.

Waar het veld begon te rooken, haalden ze water, en doofden het. Als een boom in rook werd gewikkeld, vielen ze hem aan met snelle bijlslagen, gooiden hem om en bluschten de vlammen. Waar het vuur door het heikruid sloop, sloegen ze het neer met natte dennetakken, en smoorden het. De rook werd zóó dicht, dat hij alles omhulde.

Dus keerde hij hun den rug toe, en liep weg, en keek dien heelen dag niet meer naar die Smalandskinderen om. In het zuidwesten van Smaland ligt een groote heide, waar enkel heikruid groeit, behalve op één plekje, waar een lage steenige bergrug midden over de hei heenloopt. Daar groeien jeneverbessen, lijsterbessen en enkele groote, mooie berken.