Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Wij zullen thans de ontwikkeling dier klasse van hoogere dieren volgen, waaruit de dikhuidige, de herkauwende, de verscheurende dieren, de knaagdieren, de halfapen, de apen en de mensch zijn voortgekomen. Eén blik is voldoende, om die grootsche geschiedenis te kunnen opbouwen.
Dat er eertijds trekken van overeenkomst bestaan hebben tusschen de halfapen en de dikhuidigen, mag dus worden aangenomen, niettegenstaande het ontdekte materiaal nog niet bijzonder rijk is. Gaudry is na het onderzoek der gevonden kaken van meening, dat ook de apen van de dikhuidigen kunnen afstammen.
De Lemuren zijn de kern van de orde, waarmede wij ons nu bezig houden; zij vormen een familie, waartoe verreweg de meeste soorten van Halfapen behooren; daar deze soorten zeer verschillende vormen vertoonen, zijn zij over verscheidene geslachten verdeeld.
Dezelfde natuuronderzoeker heeft nog eenen kleinen halfaap, door hem necrolemur genaamd, leeren kennen. Gaudry leidt uit het onderzoek der halfapen, die in de phosphorzure kalk gevonden zijn, af, dat zij eenen gemeenschappelijken oorsprong met de eocene dikhuidige dieren kunnen gehad hebben.
Zoo zouden die versteende wezens, de apen, de halfapen, de buideldieren, de vogels, de kruipende dieren, de slangen, de amphibiën, de visschen, de weekdieren spreken, en terecht, want de mensch is de hoogste tak van den stamboom der natuur, zijne wortels zijn vastgehecht aan den gemeenschappelijken bodem, en de boom, welke die schoone vrucht draagt, is gevormd uit al die soorten, die in schijn zoo verschillend zijn, maar in werkelijkheid zoo nauw verwant.
Aan de groote nachtoogen en aan de steeds goed ontwikkelde ooren, met soms haarlooze, soms behaarde oorschelp, als ook aan de zachte, dichte, wollige, slechts bij uitzondering stijvere beharing kunnen de Halfapen gemakkelijk als schemering- of nachtdieren herkend worden. Het gebit biedt, wat de rangschikking, den vorm en het aantal der tanden betreft, grooter afwisseling aan dan bij de Apen.
Dit raadselachtig dier was de Rolstaartbeer, die men destijds zoo goed als in 't geheel niet kende. Eenigen hielden hem voor een Lemuride. Anderen meenden, met het oog op zijn van het tandenstelsel der Halfapen zeer verschillend gebit, hem bij de Civetkatten te moeten voegen, en noemden hem Mexicaansche Wezel.
Zooals men ziet, zijn de halfapen naar de ontwikkeling van het organische leven sedert het begin der aarde, juist op hunnen tijd gekomen, en wel in de eocene periode; wij zullen de ware apen in de volgende periode zien verschijnen. Misschien is het jammer, dat de mensch niet van den galeopithecus afstamt.
Is dit het geval, dan is het bewezen, dat de halfapen voorheen niet zoover van de dikhuidigen verwijderd waren als thans: Cuvier toch rangschikt den adapis onder de dikhuidigen. Gervais heeft voorloopig het aphelotherium naast de dikhuidigen gerangschikt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek