Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Gulfardo vertrok en de donna bleef in de klem achter en gaf aan haar man den gemeenen prijs van haar slechtheid en zoo maakte de sluwe minnaar zich vroolijk over zijn gierige donna zonder kosten. Tweede Vertelling. De pastoor van Varlungo slaapt met monna Belcolore laat haar zijn koorkleed tot pand en leent van haar een vijzel.
Hij geeft dien terug en vraagt haar den rok terug, dien hij haar tot pand liet. De donna laat hem dien met een scherp woord overreiken. De heeren zoowel als de donna's prezen gelijkelijk, wat Gulfardo de gierige Milaneesche gedaan had, toen de koningin zich tot Pamfilo keerde en hem glimlachend beval te volgen, en Pamfilo begon aldus: Schoone donna's.
De donna na lang praten besloot te doen, wat Gulfardo wilde, als daaruit twee dingen zouden volgen: ten eerste, dat hij het nooit aan iemand zou openbaren; ten tweede, dat hij rijk, haar tweehonderd goudguldens zou geven, die zij voor iets noodig had en dat zij hem daarna altijd van dienst zou zijn.
Eerste Vertelling. Gulfardo vraagt van Guasparruolo geld te leen en geeft dit aan zijn vrouw, die hem toestond met haar te slapen. In haar bijzijn zegt hij tot Guasparruolo, dat hij het haar terugbetaalde. Indien God het aldus heeft beschikt, dat ik vandaag met mijn vertelling aanvang, behaagt dit ook mij.
De donna nam het aan en bemerkte niet, waarom Gulfardo dit zeide, maar zij geloofde, dat hij het deed om zijn metgezel niet te laten bemerken, dat hij het voor zijn genoegen gaf.
Zij, die den getuige er bij zag, kon niet ontkennen, maar zeide: Zeker heb ik het ontvangen; ik had vergeten het U te zeggen. Toen zeide Guasparruolo: Gulfardo, het is in orde; ga met God, en ik zal Uw rekening uitmaken.
Een paar dagen later ging Guasparruolo naar Genua en zij berichtte Gulfardo, dat hij bij haar zou komen met de twee honderd goudguldens. Gulfardo nam zijn metgezel met zich mede.
Daarom zeide zij: Ik zal het gaarne doen, maar ik wil zien, hoeveel het is, en nadat zij ze op een tafel geworpen had en bevonden, dat er twee honderd waren, was zij innerlijk zeer tevreden, legde ze weg, keerde tot Gulfardo terug en na hem in haar kamer te hebben geleid, voldeed zij hem niet alleen dien nacht maar vele anderen.
Toen Guasparruolo van Genua kwam en Gulfardo had uitgevorscht, wanneer hij te samen met zijn vrouw zou zijn, begaf hij zich tot hen en zeide tot Guasparruolo: De twee honderd goudguldens, die gij mij geleend hebt, had ik niet noodig. En daarom bracht ik ze dadelijk aan Uw vrouw terug en gij zult dus mijn rekening wel willen uitwisschen. Guasparruolo vroeg de donna of zij het geld ontvangen had.
Nadat hij haar had gevonden, was het eerste, wat hij deed, haar die tweehonderd goudguldens ter hand te stellen, terwijl zijn metgezel er bij was en Gulfardo sprak: Madonna, hier is het geld en geef het aan uw man, als hij terug zal gekeerd zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek