Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
De Wogulen, Sirjänen, Permiërs, Wotjäken, Tscheremissen en Modwinen, zijn tot op eenige ver verstrooide bewoners van woeste streken saamgesmolten. De Groot-Russen zonden niet alleen soldaten en handelaren naar hen, maar ook ijverige zendelingen en bisschoppen, die in de Russische annalen als apostelen en martelaren der heidensche Finnen geprezen worden.
De werkzame Groot-Russen, die spreekwoordelijk van zich zelven zeggen: "zet mij, als gij wilt, in de steppe op een steen; geef mij bovendien een paar centen in den zak, dan zal ik mijn weg door de wereld wel weten te vinden," maken gretig van deze vergunning gebruik, om zich aan wat zij "promysl" noemen over te geven.
Onderscheid bestaat echter bij hen wel; Russische ethnographen, meer echter de vroegere dan de tegenwoordige, onderscheiden de Rood- Wit- en Zwart-, de Klein- en Groot-Russen, de Nowgoroder- de Kriwitscher- en de Susdaler-Russen en meer dergelijke.
De Groot-Russen werden door de Ruthenen als een nieuw ontstaan, gemengd volk beschouwd, en hunne geleerden mochten zij slechts voor geslawiseerde Finnen uitgeven. De Klein-Russen stichtten het heilige Kiew, de oudste wieg van de Russischen Staat, de Groot-Russen het nieuwere Moskou, waar nu de hoofdwortelen van het land liggen.
De Tataren namen den Finnen de Wolga af, en nu is zij, nadat ook de macht dezer Tataren onderging, de hoofd-levensbaan der Groot-Russen en Kozakken geworden, en heeft daarom ook algemeen den Slawischen naam Wolga aangenomen. Noord-Oostwaarts van de Wolga en van Kasan, aan de door hen zoogenoemde Wiatka, komen het eerst de Wotjäken die zich zelven "Udmurdi" d.i., "mannen" noemen.
Daardoor is het gekomen, dat de kern van het Moskowitische land van Joden vrijgebleven is, waartoe zeker ook nog, hetgeen eens te Amsterdam door Peter den Groote tegen de Joden gezegd is, het zijne zal bijgedragen hebben, dat namelijk de Groot-Russen in alle handwerken en handelszaken, waarin de Joden uitmuntten, eene even groote bekwaamheid als dezen bezitten, en zij dus de Joden niet zoo noodig hadden, als de zich voornamelijk op den landbouw toeleggende Polen.
De Groot-Russen daarentegen hebben eene frisschere gelaatskleur, meestal blauwe of grijze oogen en even als de Finnen; blond haan Hoe sterk de verwijdering en de ongenegenheid dezer twee, met elkander in contrast staande hoofdstammen is, bewijzen de Klein-Russische spreekwoorden, die zij dikwijls gebruiken, wanneer er over een Groot-Rus gesproken wordt: "Ja! hij mag een goed mensch zijn, maar hij is toch een Moskoviet."
Zij, die zich op deze "promysl" toeleggen, de "promyslenniks" maken eene den Groot-Russen geheel eigenaardige klasse van industrieelen uit, die, verlangende iets te verdienen, de wijde wereld ingaan, om zich met hunne bijl, geweer, net of spade hier of daar werk en een verder vooruitkomen te verschaffen.
De Weichsel is voor de Polen hetzelfde geworden, wat voor Duitschers en ons Nederlanders de Rijn, voor de Groot-Russen de Wolga, voor de Klein-Russen de Dniepr, voor de Hongaren en Zuidelijke-Slawen de midden- en beneden Donau steeds geweest zijn, hun voornaamste levensweg, de hoofd-ader van hun nationaal lichaam, de uitgangs-linie hunner veroveringen, en ook hunne verdedigings-linie in tijd van nood.
Eindelijk zijn ook die kleine verschillen nu gedeeltelijk geheel verdwenen. Het eenige, wat in deze eenvormige massa, van oude tijden heen en ook nu nog, eenigzins sterk in het oog valt, is het onderscheid tusschen de zoogenaamde Ruthenen of Klein-Russen en de Moskoviters of Groot-Russen. Dit onderscheid kan men het best vergelijken met het verschil tusschen de Noord-Duitschers en Zuid-Duitschers.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek