Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


Het is overal ongewoon druk; groepjes in feestkleedij verzamelen zich aan de deuren; de vrouwen hebben haar beste kleeding aangetrokken, haar boezelaars, met schitterende kleuren geborduurd, haar witte tunica's of de lange mantels zonder mouwen, die de armen laten zien en een gedeelte van de borst; ze hebben het hoofd bedekt met mutsjes, waar gouden versierselen op zijn aangebracht, meestal in penningen bestaande, op de borst dragen ze allerlei zilveren en koperen sieraden, en om den hals is een lange gazen sluier geslagen.

Doch naarmate zij dichter bij de groote stad kwamen groeide een onrust, een gejaagdheid, die zich alom scheen te verspreiden. 't Stond op de ernstige gezichten der menschen te lezen, het concentreerde zich in de kleine groepjes die gewichtig met elkaar aan 't praten waren, het liep uiteen met al wat zich bewoog, naar rechts, naar links, langs alle kanten.

De maatregelen om te kamperen waren spoedig genomen, en toen het begon te schemeren, werden de kampvuren ontstoken en de wachten voor de nacht geregeld. De vrouwen waren bezig met het bereiden van het avondmaal of met de verzorging der kleinere kinderen. De mannen hadden zich in groepjes verzameld en bespraken ernstig de jongste gebeurtenissen en de bezwaren van de tocht.

De mannen poozen in afwachting; de vrouwen komen later en trekken langzaam voort, in pratende groepjes, door de rij der monsterende kerkgangers heen.... Maar de meisjes daar, op 't eind der straat? Het is een wit gevleugel van al maar witte schortjes. Het is een dichte groep van druk jong volkje, trippelende en babbelende, leenig en luid, alsof het een kibbelen was.

Een lange optocht van inboorlingenvrouwen, in losse groepjes verdeeld, kwam ons tegen en kondigde door gezang zich al in de verte aan. Het waren Berbervrouwen, die, zooals mijn gevolg meende, van een bruiloft terugkeerden. Heele dorpen schenen uitgetrokken, want telkens ontmoetten wij vroolijke drommen in dit stille berglandschap, waarin dorpen en kampen zeldzaam waren.

Een groot aantal vrouwen ging ons voorbij in groepjes, kuisch in haar betrekkelijke naaktheid, die snel den afgegleden doek over haar borst trokken, of er haar armen voor hielden als een schild bij mijn voorbijgaan. Ze kwamen van het werk op het veld terug, praatten onder het loopen; anderen waren er nog bezig.

't Was twaalf uur, en de oude vrouw, die krakelingen en stroopkoeken aan de gymnasiasten verkocht, stond al bij de stoep. De jongens van de vierde klasse, met jassen aan, liepen op en neer op hun vaste plaats; die van de derde, nog met buisjes aan, stonden in groepjes te eten; terwijl de gelukkige kleintjes, die om twaalf uur vrij kwamen, de poort uit stoven met Zaterdagsche vaart.

Ze wisten niet dat ze van vóór of van achter leefden en Pallieter zei daaruit: "nen boer me' verstand is e' staal van ne mensch." Wat later trokken ze tegelijk den hof in, in afwachting van de processie. Ze waren in groepjes verdeeld, en in dat rijke groen en schoone bloemen vlamden de koleuren van hun zijden halsdoeken.

De arme mensen durfden niet meer te eten of te drinken en wrongen zich de handen van pijn en woede. Het was alsof de wereld verging. Op alle straathoeken, meest bij de roodgemerkte wijnhuizen, stonden hele groepjes zich te beraden. Daar was het ook, dat mensen die er wat verdacht uitzagen afgetast werden, en wee! als men ook íets verdachts vond in hun zakken.

Tusschen deze verschillende groepjes waren de naakte slavinnen druk in de weer. Zij droegen doeken op het hoofd, ten einde ze hare meesteressen om te werpen.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek