Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Hij heeft zoo iets om van te huiveren... zoo iets van... een pad, van een reptiel, vindt u niet? Iets griezeligs, met die valsche, gluiperige oogen... Eline kon haar gramschap niet meer beteugelen. Hem, die haar aan heur vader herinnerde, die haar nu het dierbaarst was van alle menschen ter wereld, hem hoorde zij door hare zuster verguizen met de laagste scheldwoorden.

Links van de deur, in den hoek, bij een tafeltje, zat toch een kerel, een gluiperige boerekinkel, dien Deeske van buiten door de spleet van het gordijntje niet had kunnen zien. Veel-Hoar, forsch en zwart, met langen neus en rood-gevlamde koonen, stond fiks rechtop achter de schenktafel, bezig met glazen omspoelen, en bij de klok zat op een stoel de oude moeder, suffigduttend in elkaar gezakt.

Twee van hen worden aangesproken als Alphanse de la Noel en Conrad de Rijk, beiden Nederlanders, de een uit Brabant, de andere uit Holland; de laatste van het zestal is een gluiperige kleine Italiaan, Guisseppi Pisa geheeten, een koopman in parfumerieën en andere toiletartikelen, uit de hoofdstad.

Hij zal dien gluiperige Octavianus, den zusterszoon, die hem, den eigen zoon, het erfdeel ontstal, dat weder afnemen, zoodra Cæsars geest geheel in hem is ontwaakt. Durft gij mij zweren dat het slechts een lichte wond is?" »Dat hebben de artsen mij verzekerd." »Welaan, dan mogen wij hopen! Dan mag hij in de wereld optreden. Wij moeten hem ruim baan maken om zijn eigen weg te gaan.

Gluiperige Willem werd boos, loerde naar den heer Bruis, sloeg zijn boek met alle macht dicht, stiet het over de tafel dat het een heel eind voortschoof, tot groot levensgevaar van het leege theekopje van den bezoeker, schopte zijn stoel om, welke handelwijze een specialiteit der jongere Deluws scheen te zijn, pruttelde iets tusschen zijn leelijke tanden, achter zijn dikke lippen, en vertrok, hevig met de deur smijtende.

Een weerzin toonde zij plots tegen de gezellige uurtjes en tegen elk vertrouwelijk gesprek met haar moeder; van haar geïnde stuivers hield zij, zoo vaak zij de kans schoon zag, een paar centen achter en zij kocht heimelijk nog twee schorten, naaide die in de alleenige morgenuren, verstopte ze dan in de commode-lâ. Zij had een hoofd vol kleine listen en gluiperige berekeningen.

De pandjesbaas kijkt met zijn gluiperige oogen naar den knaap, die zeer ongegeneerd op den rand van het kopieertafeltje is gaan zitten en met beide handen over de voorpanden van zijn buisje strijkt, terwijl hij grinnikt en op eigenaardig doffen toon zegt "Dorus!...Dorus, heet ik... Oome, is 't nou goed?"

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek