Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Smirre hield van pracht en zijn pels was schitterend rood, zijn borst wit, zijn neus zwart en de staart donzig als een pluim, maar toen de avond dien dag kwam, hing Smirre's pels in pruiken neer, hij baadde in 't zweet, zijn oogen waren glansloos, de tong hing lang uit zijn hijgenden bek, en er liep schuim uit zijn mond. Tegen den namiddag was Smirre zóó moe, dat hij aan 't ijlen ging.

Zij teederden voort geluidloos hun warrige uitwassige sneeuwvachten zuchtend-zachtjes over de stil-groene boomen verder schuivend. Mathilde ging de stoep af, daalde onder de donkerder groene zwaarte van de overbladeringen der oprijlaan. Zij zag in de breede beheestering tusschen de oprijlaan en den Vaarderweg. De te dichte samenplantingen stonden grijs-bruin en zwart-groen, glansloos, verslond.

De hoofdkleur van de veeren is fluweelachtig zwart met zwakken, purperbruinen gloed; de veeren van de teugels en om de neusgaten verheffen zich bij wijze van een kam en zijn glansloos; die van bovenkop, nek en achterhals daarentegen hebben een metaalachtig blauwen glans en zijn vóór de spits met een purperen dwarsstreep versierd; de bovendekveeren van den vleugel zijn glanziger dan de rugveeren; de vleugels en de staartveeren vertoonen een metaalachtig blauwen, de veeren van het aangezicht een donker koperachtig bronskleurigen, die van de onderdeelen een purperzwarten weerschijn.

Want, wees overtuigd, als wij zulke prozaïsche menschen als gij zijt en ik van morgen op nieuw verliefd werden, zoû het voorwerp onzer lentevlamme, als ons eigen gelaat, als onze kamer, ja als ons vestonnetje, en onze das, ons met den tweeden blik onzer critische oogen desilluzioneeren, en meer dan das, kamer en wezen zoû ons eigene hart en ziel ons belachelijk en stoffig en glansloos voorkomen!

Gy zaagt naar Edens Hof en d' onverbidbren wachter Die 't vlammende rapier aan d' ingang opheft, om, Terwijl uw glansloos oog in zuivre tranen zwom. Gy vielt op 't aardrijk, op uw voorhoofd neêr en weende. Volhard, ô Adams zoon, Uw beden zijn uit God; zy klimmen voor Zijn throon! Ga, lijdende! in berouw is balsem; mooglijk, heeling; En de eeuwigheid verklaart der schepslen lotbedeeling.

In oppersten toorn greep de koning der geesten den Salamander aan en zeide: „Nu heeft uw vuur uitgewoed uw vlammen zijn gedoofd, uw stralen verdofd zink thans neder tot de geesten der aarde, dat zij u kwellen en hoonen en in gevangenschap houden, tot aan het oogenblik, dat de vuurstof zich weder ontsteekt en met u in nieuwe gedaante aan de aarde ontstraalt.” Glansloos verzonk de arme Salamander, maar toen kwam de oude, knorrige aardgeest, die de hovenier van Phosphorus was, naderbij en sprak: „Heer! wie zoude meer zich over den Salamander beklagen, dan ik.

Die wijdgesperde starende oogen, zoo glansloos en strak, dat hij ze liever in werkelijkheid had gezien dan in zijn verbeelding, verschenen hem te midden der duisternis zelve licht, doch aan niets licht mededeelend. Er waren er slechts twee, doch ze waren overal.

"Ik ben lang ziek geweest," gaf ze daarom brutaalweg ten antwoord, "en toen ik beter was, heb ik dezen mooien ketting gekregen." Er ging één kreet uit alle monden tegelijk op. De diamanten van de agrave, die zooeven nog zoo prachtig fonkelden en schitterden, waren eensklaps glansloos geworden, en veranderden nu in stukjes waardeloos glas. "Jazeker, ik ben ziek geweest.

Woord Van De Dag

morfinedroppels

Anderen Op Zoek