Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


De morgen was zilver doorsprenkeld van dauw. Vóor hosten de jongens op hun ezeltjes, als echte bengels, als kinderen. De gladiatoren, te paard, reden aan weêrszijden van den dominus, op zijn muil. Het was alles zorgeloosheid en levensblijdschap. De drie mannen lachten om de tweelingen, die zoo dol deden op hun geduldige, alles van hen verdurende dieren.

De gladiatoren werden voor hun afschuwelijk werk opgeleid in scholen, waar zij met verschillende wapens leerden omgaan. En het schouwspel, dat zij te zien gaven, werd steeds bloediger. Reeds ten tijde van Julius Caesar kon een wedstrijd te zien gegeven worden, waar niet minder dan 320 paar elkander bestreden.

De gladiatoren zaten, een massa van kracht, de armen gekruist, naast elkaâr, geduldig te wachten, naar de beelden der scæna te kijken.... Plotseling kon Colosseros het niet langer harden. En hij begon met de zwaar geschoeide voeten te stampen van ongeduld. Beginnen ze nòg niet!! bulderde hij los, plotseling boos, woedend zijn blauwe jongensoogen. Het was een signaal.

.... Zoo dat allen, de matrozen, de meiden, de gladiatoren, de Gallen, al die opeengepakte gasten riepen, als hadden zij de nieuw aangekomenen ook al sedert lange verwacht: Eindelijk, eindelijk dan, Cecilius en Cecilianus! Zijn jullie daar dan eindelijk, Cecilius en Cecilianus? riep de dominus opstaande, met zijn stem van ontevreden veldheer. En wáar zijn jullie dan toch geweest?

Want nu zij in zicht waren gekomen van het Colosseum, trof hen een joelende, schreeuwende, vechtende menigte, die drong aan en golfde terug van den hoogen, vierkanten toren, van het Septizonium, van den Palatinus. En uit de kazernen om het Colosseum drongen honderden gladiatoren.

Maar van héel hoog bulderden de gladiatoren: Jòngens! Kom hier! Cecilius! Cecilianus!! Carpoforus en Colosseros bulderden het zoo overheerschend, dat zelfs de Keizer omzag. Zijn nar eveneens. Zij keken naar boven, terwijl de jongens op den roep der gladiatoren wuifden en de trappen vlug op klauterden.

't Getuigt wel voor de diepe ontaarding van het Romeinsche volk, dat het in dergelijke bloedige vertooningen behagen schepte. Het kwaad nam steeds grooter afmetingen aan, en de gladiatorengevechten verdrongen zelfs langzamerhand de wedrennen. De gladiatoren zelf werden door de Romeinen diep veracht.

Hij is het niet! riep Nilus, overtuigd, scherp toe ziende. Hij is het nièt!! riepen de gladiatoren. Allen zagen ademloos toe. Zij zagen.... dat het niet Lentulus was. En boven het Theater donderde het en de stortregen stroomde neêr uit een grauwe lucht. Bij alle goden! riep Nilus. Weet je wie het is? Het is die weggeloopen slaaf, die met dien dief zoo dikwijls in mijn taveerne kwam!

Behalve de tragedie beoefende men er de satire, het tooneelspel, de pantomime en den dans. In de arena vonden de bloedige gevechten der gladiatoren plaats.

Om één uur in den nacht kwam de veldwachter den nog steeds spelenden luitenant verbaliseeren wegens burengerucht. Den volgenden morgen kwam een regeerings-telegram. Hij was onverwachts overgeplaatst naar Amsterdam. Dienzelfden morgen kwamen de zes soldaten weer, om de piano terug te brengen naar het naburige dorp. Toen zij binnen kwamen speelde de luitenant: »Einzug der Gladiatoren«.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek